Unit 3 grammar recap

Hi there!


How are you all today?
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hi there!


How are you all today?

Slide 1 - Diapositive

Today's planning:

  • Informatie boektoets
  • Informatie mondeling
  • Grammar recap Unit 3 

Slide 2 - Diapositive

Info Boektoets - 9 juni
Mavo: "The old man in the wood"
Havo: "Riding to Redport"
Boekjes (pdf) staan op magister (studiewijzers) & op de mail

Geschreven half A4'tje toegestaan als spiekbriefje!

Slide 3 - Diapositive

Info Mondeling
Deadline 23 juni 23:59
Filmpje:
  • minimaal 1 minuut - max 1,5 minuut
  • NIET voorlezen! Zie het als een presentatie
  • vertel over jezelf/hobbies/familie/huisdieren/vrienden/etc.
  • Inleveren via magister

Slide 4 - Diapositive

Info Mondeling
Lukt inleveren niet? 
Mail mij of spreek mij aan!

Te laat/niet inleveren = 1.0

Slide 5 - Diapositive

Grammar Recap
Unit 3
d
  • Comparisons
  • Present continuous
  • Present continuous vs present simple

Slide 6 - Diapositive

Comparisons
Do you remember?

Slide 7 - Diapositive

Vergrotende + overtreffende trap
klein - kleiner - kleinst(e)
small - smaller - smallest

groot - groter - grootst(e)
big - bigger - biggest

aardig - aardiger - aardigst(e)
nice - nicer - nicest

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Let op!

goed - beter - best
good - better - best

slecht - slechter - slechtst(e)
bad - worse - worst

Slide 10 - Diapositive

Vergrotende trap:
-ER

Vaak wordt het woord gevolgd door THAN

Frank is fatter than Rob.

The boys are faster than us.


Overtreffende trap:
-EST

Vaak komt er voor het woord THE te staan

Rob is the fattest boy I know.

That is the fastest car ever.

Slide 11 - Diapositive

Present Continuous

Slide 12 - Diapositive

Gebruik: iets is nu bezig of aan de gang op het moment dat jij erover praat/schrijft

Slide 13 - Diapositive

Vorm:
To be + ww + -ing
Signaalwoorden:
right now, now, today

Wat is ook al weer de vorm van to be? 

Slide 14 - Diapositive

Present continuous: +, - , ?
+
I am teaching the Present continuous right now.
-
I am not teaching the present continuous right now.
?
Am I teaching the present continuous right now?

Slide 15 - Diapositive

Present simple vs Present continuous

Slide 16 - Diapositive

Present simple
Je gebruikt de Present Simple als iets altijd, vaak, regelmatig, soms of nooit gebeurt:
Bijvoorbeeld: I brush my teeth every day
That boy lives in Reutum
Does that girl also live in Reutum?
Fout in het boek!!page 135--
They visit their friends often
They don't visit their friends a lot 

Slide 17 - Diapositive

Signaalwoorden bij Present Simple
always
often
every day
sometimes
never

Slide 18 - Diapositive

Present Simple
Always, never, often, sometimes                                         
My brother often plays tennis.

They don't study on weekends.

Do you celebrate Halloween every year?
Present Continuous
Now, right now, at the moment                                                                  
Look, my brother is playing tennis.
They're not studying right now.

Are you celebrating Halloween today?
+
-
?

Slide 19 - Diapositive

Let's practise!
Oefeningen Present simple vs present continuous:
  • https://www.englishexercises.org/makeagame/viewgame.asp?id=1098
  • https://www.perfect-english-grammar.com/grammar-exercises.html
  • https://test-english.com/grammar-points/b1/present-simple-present-continuous/
Oefeningen comparisons:
  • https://engelsklaslokaal.nl/en/english-grammar-exercises/miscellaneous/degrees-of-comparison/

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien

Slide 22 - Lien

Slide 23 - Lien

Slide 24 - Lien