Psychologie van menselijke relaties en persoonlijke ontwikkeling

Psychologie van menselijke relaties en persoonlijke ontwikkeling

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je de verschillende definities van psychologische stress uitleggen. Aan het einde van de les kun je de bronnen van psychologische stress identificeren. Aan het einde van de les kun je de symptomen van psychologische stress herkennen. Aan het einde van de les kun je de impact van levensstress op individuen beschrijven. Aan het einde van de les kun je de verschillende soorten werkgerelateerde stress onderscheiden en begrijpen.

Wat weet je al over psychologische stress?

Definities van psychologische stress

Psychologische stress: een toestand van spanning en angst veroorzaakt door externe prikkels en individuele reacties.

Bronnen van psychologische stress

Interne bronnen van stress: gedachten en overtuigingen die stress veroorzaken. Externe bronnen van stress: omgevingsfactoren die stress veroorzaken.

Symptomen van psychologische stress

Lichamelijke reacties, cognitieve verstoringen, emotionele reacties, gedragsveranderingen.

Levensstress en de invloed daarvan

Dagelijkse druk die invloed heeft op persoonlijke en professionele ontwikkeling.

Soorten werkgerelateerde stress

Stress die voortkomt uit werklast en organisatorische factoren.

Definitielijst

Psychologische stress: een toestand van spanning en angst veroorzaakt door externe prikkels en individuele reacties. Interne bronnen van stress: gedachten en overtuigingen die stress veroorzaken. Externe bronnen van stress: omgevingsfactoren die stress veroorzaken. Levensstress: dagelijkse druk die invloed heeft op persoonlijke en professionele ontwikkeling. Werkgerelateerde stress: stress die voortkomt uit werklast en organisatorische factoren.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.