Zo maak je een voltooid deelwoord:
• Eten is manger : gegeten = MANGÉ ,
• dansen is danser: gedanst = DANSÉ,
• kletsen is bavarder: gekletst = BAVARDÉ,
• kijken is regarder: gekeken = REGARDÉ
(dit voltooid deelwoord is dus een stukje van een werkwoord op -er, maar dan zonder er en met een é, je gebruikt als hulpwerkwoord een vorm van avoir (hebben)
b.v. J’AI EN EEN VOLTOOID DEELWOORD:
J’AI MANGÉ dat is dus IK HEB GEGETEN