Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Woordenschat - verschil tussen metafoor en metonymie
Metafoor en metonymie
Beeldspraak prikkelt en inspireert
1 / 15
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
15 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Metafoor en metonymie
Beeldspraak prikkelt en inspireert
Slide 1 - Diapositive
Leerdoel
Na de les kan ik het verschil uitleggen tussen een metafoor en een metonymie.
Slide 2 - Diapositive
Wat is beeldspraak?
Slide 3 - Carte mentale
Beeldspraak is figuurlijk taalgebruik.
Het maakt taal levendig en je kunt het bijvoorbeeld gebruiken om iets te benadrukken.
Slide 4 - Diapositive
Welke vormen van beeldspraak ken je al?
Slide 5 - Carte mentale
Vormen van beeldspraak
vergelijking
personificatie
metafoor
.....
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Metafoor
Er is een overeenkomst tussen het object en het beeld.
Het object wordt in zijn geheeld vervangen door het beeld.
De metafoor is eigenlijk een vergelijking, maar zonder het woordje 'als'.
Slide 8 - Diapositive
Voorbeeld metafoor
Die hark staat tijdens het dansen op mijn tenen.
Iemand die houterig danst (= object) wordt vergeleken met een hark (= beeld). De
overeenkomst
is dat ze beide houterig en stijf zijn.
Slide 9 - Diapositive
Een metonomie of metonymia is een stijlfiguur waarbij je niet rechtstreeks zegt wat je bedoelt, maar een woord gebruikt dat daarmee te maken heeft.
Voorbeeld: We gaan even koppen tellen.( je bedoelt mensen)
Daar hangt een Picasso. (je bedoelt het schilderij)
Slide 10 - Diapositive
Metonymie
Je gebruikt
een deel
van het object (= beeld) dat te maken heeft met het object.
Voordat ik start, ga ik eerst de neuzen tellen.
Hiermee wordt bedoeld dat je de mensen / leerlingen gaat tellen. Iedereen heeft een neus. Je benoemt dus een deel van het object.
Slide 11 - Diapositive
Voorbeeld metonymie
Er hangt bij hem een Rembrandt aan de muur.
De Nederlander houdt van kaas.
Geef mij nog maar een glaasje.
Bekijk de theorie op blz 88 van je boek Nieuw Nederlands.
Slide 12 - Diapositive
Oefenen
In de volgende zinnen schrijf je de woorden op die de beeldspraak vormen, is het een metafoor of een metonymie en wat betekent het?
Slide 13 - Diapositive
De docenten staken de koppen bij elkaar.
Slide 14 - Question ouverte
Na afloop van de voordracht, klapte de zaal geruime tijd.
Slide 15 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Hoofdstuk 3 - Woordenschat - Metonymie
Février 2023
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Woordenschat - verschil tussen metafoor en metonymie
Novembre 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Woordenschat - verschil tussen metafoor en metonymie
Avril 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
woordenschat
Septembre 2021
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
H3 Woordenschat - metonymie
Juillet 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Beeldspraak les 1 A2
Février 2020
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Poëzie - beeldspraak - les 3
Mars 2022
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Metonymie (Nieuw Nederlands Havo 3, H3 woordenschat)
Décembre 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3