BG BBL MZ Ketenzorg, Netwerken en Draaglast en Draagkracht

• Verzorgende
• MBO
• Studiejaar 1

Draagkracht en draaglast

Leeruitkomsten

1. De student kan in eigen woorden uitleggen wat het verschil is tussen draagkracht en draaglast.

2. De student kan drie voorbeelden noemen van dingen die je draagkracht bepalen.

3. De student kan drie dingen benoemen die je draaglast vergroten.

Draagkracht
en
draaglast

evenwicht tussen draagkracht-draaglast

Opdracht in 2- of 3 tallen

Bespreek het volgende met 1 of 2 studiegenoten: Bespreek een situatie waarin voor jou de draaglast groter was dan je draagkracht.

Ken jij gedrag van jezelf dat je gezondheid  negatief beïnvloed?

Waardoor blijf jij dit gedrag vertonen?

Wat heb je nodig om dat gedrag te veranderen?

Voorbeeld in kaart brengen van je weegschaal 

Vraag

Hoe herken je overbelasting bij jezelf?

En bij een cliënt?

Signalen van overbelasting

Lichamelijk: pijn in nek, schouder of rug, hoofdpijn, buikpijn, verhoogde bloeddruk, vermoeidheid, verminderde of vermeerderde eetlust.

Psychisch: piekeren, vergeetachtigheid, verminderde concentratie, lusteloosheid, schuldgevoelens, slaapproblemen, geprikkeld of geëmotioneerd zijn.

Gedragsmatig: verminderde zelfzorg, rusteloosheid, agressiviteit, meer roken of drinken, chaotisch gedrag, gebruiken van stimuleren en kalmerende medicijnen of andere middelen.

Vragenlijsten om overbelasting te meten 

https://www.zorgvoorbeter.nl/thema-s/informele-zorg/praktijk/positie-en-rol-van-mantelzorg-en-netwerk/overbelasting-bij-mantelzorgers#vragenlijsten%20overbelasting%20meten

Filmpje

Hoe zou volgens jou de balans tussen draagkracht en draaglast mogelijk kunnen zijn?

Wat zou jij kunnen doen om de draagkracht te vergroten en/ of haar draaglast te verlagen bij een mantelzorger?

Netwerk als draagkracht

- Wat is volgens jou belangrijk in de begeleiding van het sociaal netwerk? 

- Wat kan je als professional bieden? 

- Wat zie je als jouw rol/taak? 

- Hoe worden de mantelzorgers/sociaal netwerk momenteel begeleidt? 

Cliënt Maria heeft veel beperkingen in haar mobiliteit (bewegingsvrijheid), ze kan weinig alleen ondernemen. Maria is altijd positief en vraagt makkelijk om hulp.

Waar is sprake van?

1. Hoge draaglast en lage draagkracht
2. Lage draaglast en hoge draagkracht
3. Hoge draaglast en hoge draagkracht
4. Lage draaglast, lage draagkracht

Wat blijft je bij van
deze les?

Leeruitkomsten

Opdracht



• 2 vrijwilligers nodig.
  
• Ga staan 
• Armen gestrekt naar voren.
  
• en een vol flesje water hoog houden. 
  
• Blijven staan. 
  
• Armen mogen niet naar beneden en niet ondersteund worden.
  
• Blijf staan tot nader instructie. Docent gaat even door met de les.
  

Check tussendoor

Hoe gaat het?