les 5 19/20

1 / 13
suivant
Slide 1: Vidéo
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

0

Slide 1 - Vidéo

0

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Diapositive

le meilleur de la chanson française

Slide 4 - Carte mentale

Edith Piaf
Zaz

Slide 5 - Diapositive

Jacques Brel
Stromae

Slide 6 - Diapositive

ce qu'on a fait
  1. une lettre de candidature ou lettre de motivation avec un CV
  2. une demande d'informations et réserver une chambre
ce qu'on va faire
  1. une rédaction
  2. un programme de voyage

Slide 7 - Diapositive

Voici quelques remarques:
  • Noteer ook datum+jaartal!
  • pouvoir - savoir (zie lijst)
  • Niet beginnen met: et, car parce que.Wel met: puisque, étant donné, vu.
  • Eind van de zin: punt!
  • Nieuwe zin: hoofdletter!
  • Mooie alinea indeling!
  • de + aller = d'aller
  • de + des = de
  • Aussi vooraan de zin = dan ook en wordt gevolgd door inversie. Comme vooraan de zin = aangezien
  • si - quand (zie lijst)
  • het onpersoonlijke je = on!
  • bij être als kopp.ww: geen lidw.

Slide 8 - Diapositive

Voici quelques remarques:
  • bnw vóór znw: des > de
  • 2 vormen: jour-journée, soir-soirée... Kort = neutraal. Lang = nadruk op de duur.
  • bezoeken = visiter une ville, rendre visite à qqn
  • zinsvolgorde: alle ww achter elkaar
  • Il, elle als het duidelijk is, waar het op terug-slaat.
  • Geen NL woorden ...
  • verschil imp-pc
  • maanden met kleine letter
  • geen opeenstapeling als très beaucoup.
  • schoen zetten
  • dit kan niet - mag je mee

Slide 9 - Diapositive

Voici quelques remarques:
  • voor. devant (plaats)-pour (bestemd voor)-avant (tijd)
  • door te zingen=en chantant
  • 's ochtends=le matin ....etc
  • getallen onder de 11 voluit, behalve bij data
  • op VWO zitten = fréquenter le lycée
  • in de laatste klas = en terminale
  • les krijgen=avoir un cours
  • vaak=souvent
  • veel=beaucoup
  • beheersen: contrôler of maîtriser?
  • sturen: envoyer of conduire
  • futur-futur proche

Slide 10 - Diapositive

Voici quelques remarques:
  • geen zinnen zonder ww, behalve een exclamation.

Slide 11 - Diapositive

se renseigner
La demande d'informations
et réserver une chambre.

Exercice 11: 250 mots

Slide 12 - Diapositive

Référence
  1. p. 19-20
  2. p. 23 Conditionnel 
  3. Si + voorwaarde
  4. p. 44 45 Vraagzinnen en vraagwoorden.
  5. p. 73

Slide 13 - Diapositive