Nathalie oefenen 13082021

• Nederlands
• HBO
• Studiejaar 2

Het team heeft tijdens de vorige ronde veel punten verdiend, maar dat wil nog niet zeggen dat ze gewonnen hebben.

Die politieke partij breekt keer op keer zijn verkiezingsbeloftes

Pieter gaat zijn buurman liever uit de weg, omdat hij behoorlijk boos op hem is.

Veel Noord-Europese landen klagen erover dat Griekenland haar verantwoordelijkheden niet heeft genomen tijdens de crisis.

Maar als je goed kijkt, zie je dat het land alles heeft gedaan dat het kon doen.

Het volk heeft gewoon vreselijk veel pech gehad met hun economie.

De grote groep belastingontduikers heeft hun land geen dienst bewezen.

Mijn buurjongen keek jaloers naar het meisje die achterop mijn scooter zat.

De politie doet precies wat het moet doen.

Waarom heeft het verbond van psychologen al haar leden eigenlijk opgeroepen voor een extra vergadering?

Dit zalfje helpt goed tegen oorpijn, maar dan moet je die wel met een muts tegen de kou beschermen.

Nathalie: wanneer gebruik je .. hen? hun? zij?

Nathalie: wanneer gebruik je het verwijswoord .. wat?

Signaalwoorden 

Aan elkaar of los?

scheidsrechterstekort

rodewijnglazen

naaktportretschilderen

zestienjarigen

oudekaaskroket

perssinaasappelen

Aan elkaar of los?
indiensttreding- veelgelezen-televisiekijken-

Let op

Combinaties van een voorzetsel en een bijwoord

-Hij woont hier heel dichtbij

Als na een voorzetsel een voornaamwoord of een zelfstandig naamwoord volgt, schrijf je bijwoord en voorzetsel los.

-Hij woont dicht bij mij (pers. vnw.) Hij woont dicht bij het winkelcentrum (zn)

Let op

Combinatie van twee voorzetsels:

-voorin, achterop

Als na het voorzetsel een voornaamwoord of een zelfstandig naamwoord volgt, schrijf je bijwoord en voorzetsel los:

-Max zat boven op hem (pers. vnw)

-Bij lange reizen zit Els graag voor in de bus(zn), want achterin wordt ze altijd misselijk

Voornaamwoordelijke bijwoorden-> er, hier,waar+voorzetsel

-hieraan, waarvoor, erdoorheen, daartegenover

Let op: de regel geldt niet voor 'voorzetsels' die deel uitmaken van samengestelde werkwoorden als inpakken, afhangen..

-Maak je de surprise op zolder en pak je die daar in? Nou, dat hangt ervan af

-Het cadeautje lag eerst op de tafel, maar het viel ervanaf.