4.1 fictie les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Flaptekst

'Verdwijning in Barcelona' blz 138.

Schrijf drie spanningsvragen op die je hebt na het lezen van de flaptekst.

Verdwijining in Barcelona

Lees tekst 6 op blz 138-140.

Na het lezen ga je met je groepje antwoord zoeken op de volgende 4 vragen. Die antwoorden moet je dadelijk invoeren:

1: Beschrijf wat er in het fragment gebeurt.

2: Lees de laatste alinea. Schrijf twee spanningsvragen op.

3: Wat zou jij doen als je Steven was?

4: Wat denk je dat er gaat gebeuren?

Beschrijf wat er in het fragment gebeurt.

Lees de laatste alinea. Schrijf twee spanningsvragen op.

Wat zou jij doen als je Steven was?

Wat denk je dat er gaat gebeuren?

Karaktereigenschappen

Noem twee karaktereigenschappen van Jefta.

Noem twee karaktereigenschappen van Steven.

Met welke personage leef je het meest mee?

1. Jefta
2. Steven
3. vader

Wie is de hoofdpersoon in dit fragment?

1. Jefta
2. Steven
3. Vader

Op welke plaats of plaatsen speelt tekst 6 zich af?

Zorgt dit voor meer spanning in het verhaal? Leg je antwoord uit.

Wanneer speelt dit verhaal zich af?

1. ochtend
2. middag
3. avond

Zorgt het tijdstip voor meer spanning in het verhaal?

1. ja
2. nee

Een verhaal kan op veel manieren... oproepen.

Als de ... zinnen van een verhaal je boeien, lees je waarschijnlijk verder.

Een verhaal is ook spannend als het in een  ... omgeving speelt.

De ... kan ook een rol spelen:  als iets 's nachts gebeurt, is het spannender dan als het overdag gebeurt.

Een goed verhaal wekt ... op. 

spanningsvragen

leuke

eerste

laatste

spanning

griezelige

gezellige

tijd