Les 8 2mha 2223 Blok 1 lezen, blok 2 Spelling samengestelde zinnen

Welkom terug!
Pak alvast je:
  • Chromebook
  • Je leesboek
  • Het lesboek Op Niveau
  • Schrift & pen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom terug!
Pak alvast je:
  • Chromebook
  • Je leesboek
  • Het lesboek Op Niveau
  • Schrift & pen

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Stillezen (15 minuten)
  • Nakijken 2.10 opdracht 1 (huiswerk) (10 minuten)
  • Aantekeningen maken over: samengestelde zinnen
  • Werkwoorden uit het Engels (aantekeningen)
  • Zelfstandig aan de slag: opdracht 2 & 3 blz. 81.

Slide 2 - Diapositive

Stillezen
timer
15:00

Slide 3 - Diapositive

Lesdoel
Herhaling van klas 1:
  • Je kunt uitleggen wat een samengestelde zin is.
  • Je weet hoe je werkwoorden uit het Engels vervoegt.

Slide 4 - Diapositive

Nakijken opdracht 1 (blz. 80)
Pak je schrift met je gemaakte huiswerk erbij.
Klassikaal nakijken.

Slide 5 - Diapositive

Enkelvoudige zinnen
Blok 2, Spelling
Zinnen met 1 onderwerp en 1 persoonsvorm:

Ik ga naar huis.
De grote hond blaft.

Slide 6 - Diapositive

Samengestelde zinnen
Heeft twee persoonsvormen en vaak ook twee onderwerpen.

Het is al laat, DUS we moeten gaan slapen.

Ik ga niet mee, WANT ik hou niet van gamen.

Slide 7 - Diapositive

Engelse werkwoorden
Bij de meeste werkwoorden  werkt het hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden.

Slide 8 - Diapositive

maar..... let op de uitspraak           -n

Slide 9 - Diapositive

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: timen
A
timde
B
timdde
C
timete
D
timede

Slide 10 - Quiz

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: barbecueën
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette

Slide 11 - Quiz

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: lunchen
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde

Slide 12 - Quiz

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, tt: deleten
A
deletet
B
delet

Slide 13 - Quiz

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: racen
A
racte
B
racette
C
racde
D
racete

Slide 14 - Quiz

Zelfstandig aan de slag
Maak: Spelling, blok 2: opdracht 2 & 3 (blz. 81)

Slide 15 - Diapositive

Huiswerk donderdag 22 september:
Lees door (voordat je de opdracht maakt):
Blok 2, spelling, blz. 80: 2.11 'Werkwoorden uit het Engels' 

Maak:
Blok 2, Spelling, opdracht 2 & 3 (blz. 81).

Slide 16 - Diapositive

Bedankt en tot woensdag!

Slide 17 - Diapositive