Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Rekenen
H3 de bank en jouw geld
Slide 1 - Diapositive
Account gereed maken
1. Ga naar lessonUp en log in met je microsoft 365 account. Dus niet met een e-mail en wachtwoord.
2. Vul de klascode in
DG2A = mrpja
DG2B = cpsbq
Slide 2 - Diapositive
Wat weet je nog van §3.1 hoe betaal je?
Slide 3 - Carte mentale
Wat weet je nog van §3.2 waarvoor zou je sparen?
Slide 4 - Carte mentale
Wat weet je nog van §3.3 geld lenen kost geld
Slide 5 - Carte mentale
Wat weet je nog van §3.4 nog meer bankzaken
Slide 6 - Carte mentale
Rekenen
Theorie
Slide 7 - Diapositive
Lesdoelen
Je leert in deze paragraaf:
• de formules die bij H3 horen • hoe je met die formules kan rekenen
Slide 8 - Diapositive
Rekenafspraken
Altijd een berekening noteren
Het eindantwoord onderstrepen
De eenheid bij het antwoord vermelden
Geldbedragen afronden op 2 decimalen
Percentages afronden op 1 decimaal
Slide 9 - Diapositive
Formules
Slide 10 - Diapositive
Quinten heeft ’s morgens € 150 op zijn bankrekening staan. Die dag krijgt hij € 60 loon van zijn krantenwijk bijgeschreven. Ook koopt hij die dag een game van € 54,95. Hij betaalt met zijn pinpas. Bereken het saldo dat Quinten aan het eind van de dag op zijn rekening heeft staan.
Slide 11 - Question ouverte
Formule
Slide 12 - Diapositive
Cees zet € 950 op een spaardeposito. Hij krijgt 0,3% rente.
Bereken de rente die Cees na een jaar ontvangt.
Slide 13 - Question ouverte
Dico heeft € 4.800 op zijn spaardeposito staan. Na een jaar krijgt hij € 19,20 aan rente.
Bereken het rentepercentage op dit spaardeposito.
Slide 14 - Question ouverte
Formule
Slide 15 - Diapositive
Noah heeft € 1.720 op haar spaarrekening staan. De rente is 0,5%.
Bereken hoeveel rente ze na drie jaar ontvangt. Ga uit van samengestelde rente.
Slide 16 - Question ouverte
Formule
Slide 17 - Diapositive
Lucas koopt een tv van € 1.499 op afbetaling. Hij leent het hele bedrag. De lening betaalt hij in 72 maanden terug. De totale kredietkosten zijn € 913.
Bereken hoe hoog het termijnbedrag is dat hij elke maand betaalt.
Slide 18 - Question ouverte
Formule
Slide 19 - Diapositive
Bereken hoeveel Turkse lira’s je koopt voor € 500.
Slide 20 - Question ouverte
Formule
Slide 21 - Diapositive
Bereken hoeveel euro je betaalt als je 1.250 Amerikaanse dollars koopt.
Slide 22 - Question ouverte
Aan het werk!
Maak de opdrachten van de rekenparagraaf
+
Nakijken paragraaf 3.1 t/m 3.4. Zorg dat je antwoorden goed in je schrift staan.
Slide 23 - Diapositive
Op een school hebben 60 leerlingen een benzinescooter. Een leerling rijdt er gemiddeld 50 kilometer per week mee. De CO₂-uitstoot van een scooter is 70 gram per kilometer.
Bereken hoeveel gram CO₂-uitstoot de leerlingen in totaal per jaar veroorzaken.