230221 polyfarmacie

21-02-23
Top 100
med bew II
Polyfarmacie 
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
BSPMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

21-02-23
Top 100
med bew II
Polyfarmacie 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen 
De kennis over de meest gebruikte gnm wordt opgehaald
De kennis over belangrijke medicatiebewakingssignalen worden uitgelegd
Er is bekend wat polyfarmacie is en wat de nadelen zijn 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Top 100 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak de opdracht polyfarmacie

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 1 Wanneer is er sprake van polyfarmacie?

Slide 24 - Question ouverte

5 of meer gnm in gebruik

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 2 Polyfarmacie is met name een probleem bij ouderen. Bij bij welk deel van de 75-plussers is er sprake van polyfarmacie?

Slide 26 - Question ouverte

⅓ deel van de 75-plussers is sprake van polyfarmacie; gebruiken gem. 4x zoveel gnm

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 3 Wat zijn oorzaken van polyfarmacie?

Slide 28 - Question ouverte

behandelen bijwerkingen
gebruik van gnm dat niet meer nodig is
meerdere artsen ->weinig info overdracht

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 4 Leg uit wat er gebeurt met hydrofiele geneesmiddelen door verandering van de lichaamssamenstelling.

Slide 30 - Question ouverte

Het lichaam bevat op oudere leeftijd meer vet en minder water
-> Hydrofiele gnm krijgen een kleiner verdelingsvolume
-> hogere concentratie en dus sterkere werking

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 5 Leg uit waarom hierdoor de dosering van bep gnm moet worden aangepast

Slide 32 - Question ouverte

Bij gnm met een groot first-pass effect is dit effect door de verminderde doorbloeding kleiner. Hierdoor is het first-pass effect kleiner, waardoor minder gnm direct wordt afgebroken tijdens de eerste passage door de lever en komt er meer gnm in het bloed terecht. De dosering moet dan ook verlaagd worden

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 6 Noem een geneesmiddelgroep wat sterker werkt en minder sterk werkt door verandering van farmacodynamiek

Slide 34 - Question ouverte

Versterkte werking oa
  • psychofarmaca,
  • opioïden,
  • gnm Parkinson
Verminderde werking oa
  • B-blokkers
  • insuline

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 7 Noem bij de volgende bijwerkingen een gnm dat deze kan veroorzaken
Valrisico

Slide 36 - Question ouverte

valrisico;
sederende middelen, orthostatische effecten, ↓ werking spieren oa benzo, antidepressiva, antipsychotica
Vraag 7 Noem bij de volgende bijwerkingen een gnm dat deze kan veroorzaken
Orthostatische hypertensie

Slide 37 - Question ouverte

orthostatische hypertensie;
orthostatische hypotensie; antihypertensiva, a-blokker, gnm op centrale zenuwstelsel, vochttekort door diuretica of acute ziekte

Vraag 7 Noem bij de volgende bijwerkingen een gnm dat deze kan veroorzaken
Hypothermie

Slide 38 - Question ouverte

hypothermie ↓ normale reactie op afkoelen
→ kans op hypothekrmie bij antipsychotica


Vraag 7 Noem bij de volgende bijwerkingen een gnm dat deze kan veroorzaken
verminderde cognitie

Slide 39 - Question ouverte

verminderde cognitie
 gevoelig gnm centrale zenuwstelsel. ↓ neurotransmitters vb anticholinergica → vergeetachtig



Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 8 Hoe kan je vaststellen of er daadwerkelijk sprake is van een bijwerking?

Slide 41 - Question ouverte

tijdsrelatie starten gnm
verdwijnen na staken
optreden na hervatting gnm

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 9 Welke fouten kunnen er ontstaan en wat kan hierbij helpen?

Slide 43 - Question ouverte

Vergeten in te nemen
Onjuist innemen
Dubbel innemen bij wisseling van merken
Niet staken met gnm bij overgang naar baxterrol

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 10 Noem enkele fysieke problemen die kunnen zorgen voor problemen

Slide 45 - Question ouverte

Niet kunnen lezen of onthouden
niet kunnen openen van flacons of strips
niet kunnen delen van tablet
moeite met toedienen mbv hulpmiddelen vb inhalator of oogdruppels

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was je belangrijkste leerpunt?

Slide 47 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions