Gemiddelde snelheid

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

H6 - gemiddelde snelheid

Slide 2 - Diapositive

Planning:
  • Uitleg 1 (5 min)
  • Maak opdracht 11, 12 en 13 (10 min)
  • Uitleg 2 (5 min)
  • maak opdracht 14 t/m 23 (40 min)
  • pauze (10 min)
  • Nakijken vragen (10 min) 
  • Vragen en einde les

Slide 3 - Diapositive

Uitleg 1:
  • Gemiddelde snelheid uitrekenen
  • Formule voor de gemiddelde snelheid
  • omrekenen van m/s naar km/h

Slide 4 - Diapositive

vgem=ts
Gemiddelde snelheid


Gemiddelde snelheid =
afstand/tijd

Bereken de gemiddelde snelheid

Slide 5 - Diapositive

De gemiddelde snelheid
Afstand
meter
m
Tijd
seconde
s
Snelheid
meter per seconde
m/s
gemiddelde snelheid= afstand/tijd

Slide 6 - Diapositive

Gemiddelde snelheid
Vgem=ts

Slide 7 - Diapositive

Voorbeeld 1
  • Een atlete loopt de 100 meter in 10,8 seconde.
  • Bereken haar gemiddelde snelheid in meter per seconde:
  • Hulpvragen:
  • Wat is de formule 
  • gemiddelde snelheid = afstand (m) / tijd (s) of v= s/t
  • Staat alles in de juiste eenheden? Zo niet => omrekenen
  • Invullen en uitrekenen => denk om eenheid antwoord 
  • 100 m/ 10,8 s = 9,26 m/s



Slide 8 - Diapositive

Omrekenen m/s=>km/h 
Onthoud 1 m/s = 3,6 km/h!!!
dus 2 m/s is ..... km/h
dus 10 m/s = .... km/h
en...
1 km/h = 0,28 m/s
10 km/h is dan .... m/s
enz

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeld 2
  • Johan fietst met een (gemiddelde) snelheid van 5,5 m/s.
  • Hoeveel km/h is dat?
  • Hulpvragen:
  • snelheid omschrijven: 1 m/s = 3,6 km/h
  • dus 5,5 m/s = 3,6 * 5,5 =
  • 19,8 km/h

Slide 10 - Diapositive

Planning:
  • Uitleg 1 (5 min)
  • Maak opdracht 11, 12 en 13 (10 min)
  • Uitleg 2 (5 min)
  • maak opdracht 14 t/m 23 (40 min)
  • pauze (10 min)
  • Nakijken vragen (10 min) 
  • Vragen en einde les

Slide 11 - Diapositive

Planning:
  • Uitleg 1 (5 min)
  • Maak opdracht 11, 12 en 13 (10 min)
  • Uitleg 2 (5 min)
  • maak opdracht 14 t/m 23 (40 min)
  • pauze (10 min)
  • Nakijken vragen (10 min) 
  • Vragen en einde les

Slide 12 - Diapositive

Uitleg 2:
  • Afstand uitrekenen die afgelegd is
  • Tips voor het tekenen van een grafiek

Slide 13 - Diapositive

Voorbeeld 3
  • Tom rijdt een flinke afstand op zijn racefiets. 
  • Na 3,5 uur fietsen is zijn gemiddelde snelheid 28 km/h is.
  • Welke afstand heeft Tom in die tijd afgelegd?
  • Huplvragen:
  • wat is de formule: snelheid = afstand / tijd of v = s/t formule omschrijven:
  • afstand=snelheid  / tijd  of s = v/t=> eenheden zijn juist dus invullen:
  • afstand (km) = 3,5 h* 28 km/h= 98 km (denk om de eenheid)

Slide 14 - Diapositive

Tip: Hoe teken je een grafiek
  1. Altijd in potlood en met een geodriehoek.
  2. X-as = horizontaal
  3. Y-as = verticaal
  4. Logische getallenverdeling op beide assen.
  5. Assen benoemen: grootheid en eenheid!
  6. Plaats stipjes per meetpunt.
  7. Trek een vloeiende lijn door of langs de meetpunten.

Slide 15 - Diapositive

Planning:
  • Uitleg 1 (5 min)
  • Maak opdracht 11, 12 en 13 (10 min)
  • Uitleg 2 (5 min)
  • maak opdracht 14 t/m 23 (40 min)
  • pauze (10 min)
  • Nakijken vragen (10 min) 
  • Vragen en einde les

Slide 16 - Diapositive