Will - Telling about the future

Praten over de toekomst
Als je wilt vertellen:
  •  wat je in de toekomst gaat doen
  • een voorspelling wil maken wat er in de toekomst gaat gebeuren
  • aan wil bieden om iets te doen
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Praten over de toekomst
Als je wilt vertellen:
  •  wat je in de toekomst gaat doen
  • een voorspelling wil maken wat er in de toekomst gaat gebeuren
  • aan wil bieden om iets te doen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

will + werkwoord
will + werkwoord     (I will walk, He will call, We will talk)

- Gebruik je om iets aan te bieden (I will help you out.)
- Bij beloftes (It will be fine, I promise!)
- Bij aankondigingen en besluiten (I will call you tomorrow)
- Voorspellingen zonder bewijs 
   (I don't think she will win the game, but I don't know why)

Slide 3 - Diapositive

Will + hele werkwoord
Will + (not) + hele werkwoord
I will help you later.
She will not listen to his advice.
Will they be home later today?

Let op:
Shall I help you?

Slide 4 - Diapositive

will + not = WON'T

Slide 5 - Diapositive

Future = will
Shall I read ?
will you swim?
will he write?
Shall we  sing?
Will you dance?
Will they  walk ?

Slide 6 - Diapositive

What is the difference between will and shall?
A
will: I, you, we, they shall: he, she, it
B
Will: enkelvoud Shall: meervoud
C
will: you, he, she, it, they shall: I , we

Slide 7 - Quiz



............ we go for a walk?
A
Will
B
Shall
C
Won't
D
Going

Slide 8 - Quiz

They ... go to the cinema tomorrow
A
Shall
B
Will

Slide 9 - Quiz


I hope we ................... win the match.
A
shall
B
will
C
won't

Slide 10 - Quiz