Financiële Planning: Investeringen -Exploitatie-Kosten

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 1,4

Financiële Planning: Investeringen en Exploitatie

Leerdoel

Aan het einde van de les zul je het verschil begrijpen tussen een investeringsbegroting en exploitatiebegroting, evenals de verschillende kostensoorten.

Wat weet je al over het verschil tussen een investeringsbegroting en exploitatiebegroting?

Grondregel

Een begroting is opgemaakt excl. btw

Basis van de boekhouding

Maak onderscheid tussen:
kosten en opbrengsten >  van invloed op waarde bedrijf,
bepalen winst of verlies
uitgaven en inkomsten> betrekking op portemonnee en bankrekening, kas & bank = liquide middelen

Slide 1: Wat is een investeringsbegroting?

Een investeringsbegroting is een overzicht van de verwachte kosten en opbrengsten van investeringen in vaste activa, zoals gebouwen, machines en voertuigen.

Slide 2: Wat is een exploitatiebegroting?

Een exploitatiebegroting is een overzicht van de verwachte kosten en opbrengsten van de dagelijkse bedrijfsactiviteiten, zoals inkoop, verkoop en personeelskosten.

Slide 3: Verschil tussen investeringsbegroting en exploitatiebegroting

Het belangrijkste verschil tussen een investeringsbegroting en exploitatiebegroting is:

Investeringsbegroting =betrekking heeft op vaste activa, 

Exploitatiebegroting = betrekking heeft op dagelijkse bedrijfsactiviteiten.

Slide 4: Kostensoorten

Er zijn verschillende kostensoorten, zoals:

- vaste kosten, 

- variabele kosten, 

- directe kosten en 

-  indirecte kosten.

Slide 5: Vaste kosten

Vaste kosten zijn kosten die niet veranderen,

ongeacht de productie- of verkoophoeveelheid, zoals huur, salarissen en verzekeringen.

Vaste kosten

Huurkosten.

Hypotheekkosten.

Rentelasten.

Administratiekosten.

Softwarekosten.

Afschrijvingskosten van auto's.

Afschrijvingskosten van machines.

Kosten voor vast personeel.

Slide 6: Variabele kosten

Variabele kosten zijn kosten die veranderen op basis van de productie- of verkoophoeveelheid, zoals grondstoffen en energiekosten.

Kosten die pas ontstaan als er geproduceerd of verkocht wordt.

Variabele kosten

Grondstoffen,
Elektriciteit (als deze belangrijk is voor je productie), Verpakking- en transportkosten

Personeel- flex werkers

Slide 7: Directe kosten

Directe kosten zijn kosten die rechtstreeks toewijsbaar zijn aan een specifiek product of project.

Variabele kosten zijn meestal directe kosten.

Directe kosten

Bedrijf T-shirts verkoopt:
de kosten voor de stof en de inkt die worden gebruikt om de T-shirts te maken.

Arbeidskosten voor werknemers die direct betrokken zijn bij de productie van een product of het verlenen van een dienst,

(Grondstoffen voor een productieproces.) 

Slide 8: Indirecte kosten

Indirecte kosten zijn kosten die niet direct toewijsbaar zijn aan een specifiek product of project, zoals algemene administratiekosten.

Vaste kosten zijn meestal indirecte kosten (=bedrijfskosten)

Indirecte kosten

 salariskosten voor management en administratie,
kosten voor verzekeringen,
huurkosten voor kantoorruimte
kosten voor marketing- en verkoopinspanningen.

Vaste kosten zijn kosten die afhankelijk zijn van de omzet

1. Waar
2. Niet waar

Het aantal producten of diensten dat een bedrijf verkoopt, noem je de ...

1. Omzet
2. Afzet
3. Variabele kosten
4. Vaste kosten

De grondstoffen die je nodig hebt om je producten te maken zijn

1. vaste kosten
2. variabele kosten

Welke onderstaande kosten behoren tot vaste kosten (geen variabele kosten)

1. Huur van een hijskraan
2. Salaris metselaar
3. salaris ZZP-er
4. Kosten van het materiaal

Loon kosten vast personeel vallen onder?

1. Constante kosten
2. Variabele kosten

Als de kosten veranderen , wanneer de omzet verandert, heb je het over....

1. Vaste kosten
2. Variabele kosten
3. Directe kosten
4. Indirecte kosten

Kosten waarvan je weet waaraan ze besteed zijn , noem je ?

1. Variabele kosten
2. Vaste kosten
3. Directe kosten
4. Indirecte kosten

Variabele kosten zijn...

1. kosten die hetzelfde blijven als de omzet veranderd
2. kosten die veranderen als de omzet veranderd
3. kosten die elke maand hetzelfde zijn

Dit is een directe kost:

1. Afschrijvingskosten voor machine van meerdere producten
2. Verwarmingskosten
3. Grondstofkosten

wat zijn directe kosten

1. kosten waarvan je niet precies weet voor welk product zijn gemaakt
2. kosten waarvan je niet weet voor welk productie groep ze zijn gemaakt
3. kosten waarvan je precies weet voor welk productie groep ze zijn gemaakt
4. kosten waarvan je precies weet voor welk product ze zijn gemaakt

Wat is geen voorbeeld van directe kosten?

1. Kosten voor grondstof
2. Verpakkingskosten
3. loonkosten accountmanager die één productsoort verkoopt
4. Rentekosten

wat zijn directe kosten

1. kosten waarvan je niet precies weet voor welk product zijn gemaakt
2. kosten waarvan je niet weet voor welk productie groep ze zijn gemaakt
3. kosten waarvan je precies weet voor welk productie groep ze zijn gemaakt
4. kosten waarvan je precies weet voor welk product ze zijn gemaakt

Wat is geen voorbeeld van indirecte kosten?

1. Grondstofkosten
2. Transportkosten
3. Loonkosten directeur
4. Afschrijvingskosten gebouw

Indirecte kosten zijn kosten die makkelijk kunnen worden toegerekend aan product

1. Waar
2. Niet waar

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.