Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
VWO 5 Of Course unit 1 lesson 1
Slide 1 - Diapositive
Today
Class work
Grammar explanation
Independent work
Continue 'lesson 1'
Slide 2 - Diapositive
Lesson objectives
I know what the simple present and present continuous tenses are, and how to use these correctly.
I know how to make the future in English.
Slide 3 - Diapositive
simple present
Slide 4 - Carte mentale
Simple present
Wat is het? Tegenwoordige tijd
Wanneer gebruik je de tijd? Bij gewoontes en feiten. Als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt. Zoek naar signaalwoorden zoals always, never, usually, normally, every day/week/month, at nights, etc.
Slide 5 - Diapositive
Simple present
Hoe maak je de tijd? hele werkwoord I walk to school. They listen to music.
hele werkwoord + s: als het onderwerp 3e persoons enkelvoud is; she, he, it, my mother, the cat, Laura, etc. He talks with his mum. John watches TV.
Slide 6 - Diapositive
Simple present
Vragen en ontkenningen maken
Zet 'do' of 'does' (S.H.It-regel) vooraan in de zin, gevolgd door het onderwerp en het hele werkwoord om een vraag te maken. They introduce a new topic. - Do they introduce...? She misses her boyfriend. - Does she miss her boyfriend?
Gebruik 'don't' of 'doesn't' en het hele werkwoord om een ontkenning te maken. We eat dinner at six. - We don't eat dinner at six. My father likes to watch sports. - My father doesn't like ...
Slide 7 - Diapositive
Simple present
Let's practise!
Please, fill in the correct form of the simple present in the following sentences.
Slide 8 - Diapositive
He ... (drive) to school every day.
Slide 9 - Question ouverte
I ... (not think) you're right.
Slide 10 - Question ouverte
... we ... (have) enough time?
Slide 11 - Question ouverte
He ... (not read) the newspaper often.
Slide 12 - Question ouverte
Simple present
Any questions about the simple present?
Slide 13 - Diapositive
present continuous
Slide 14 - Carte mentale
Present continuous
Wat is het? Tegenwoordige tijd
Wanneer gebruik je de tijd? Als iets nu bezig is, als je iets doet op het moment van spreken
Slide 15 - Diapositive
Present continuous
Hoe maak je de tijd?
am/are/is + werkwoord + ing
I am watching a movie.
She is studying at home.
They are crossing a bridge.
Slide 16 - Diapositive
Present continuous
Vragen en ontkenningen maken
Om een vraag te maken zet je am/are/is vooraan in de zin, er verandert verder niets aan de vorm van het werkwoord. Are we reading this book? Is he complaining to you?
Om een ontkenning te maken voeg je 'not' toe achter am/are/is, je kunt alles uitschrijven of een verkorte vorm gebruiken. I am not listening. / I'm not listening You are not making any sense. / You're not making... / You aren't making...
Slide 17 - Diapositive
Present continuous
Let's practise!
Fill in the correct form of the present continuous in the following sentences.
Slide 18 - Diapositive
She ... (go) home now.
Slide 19 - Question ouverte
I ... (read) a great book!
Slide 20 - Question ouverte
We ... (drive) to London.
Slide 21 - Question ouverte
Present continuous
Any questions about the present continuous?
Slide 22 - Diapositive
Future
Wat is het? Toekomende tijd
Wanneer gebruik je de tijd? Als iets nog gaat gebeuren, als je plannen hebt voor in de toekomst, etc.
Slide 23 - Diapositive
Future
Hoe maak je de tijd?
4 mogelijkheden:
1. will + hele werkwoord: iets wordt bedacht op het moment van spreken, er wordt een hoop/wens uitgesproken voor de toekomst, iets gaat gebeuren in de toekomst I think I will visit my grandparents this afternoon. I hope he will be present.
2. am/are/is going to + hele werkwoord: bij een bestaand plan, als er bewijs is dat iets gaat gebeuren We are going to visit my grandparents this weekend. It is going to rain.
Slide 24 - Diapositive
Future
Hoe maak je de tijd?
4 mogelijkheden:
3. present continuous: bij afspraken waarvoor iets geregeld is We are seeing a movie tonight. They are getting married in June.
4. simple present: bij zaken in de toekomst die lopen volgens een vast schema This shop closes at 5 PM. The plane departs in twenty minutes.
Slide 25 - Diapositive
Future
Vragen en ontkenningen maken
will + hele werkwoord - zet 'will' vooraan in de zin om een vraag te maken - gebruik 'won't' om een ontkenning te maken
am/are/is going to + hele werkwoord - zet am/are/is vooraan in de zin om een vraag te maken - voeg 'not' toe om een ontkenning te maken, je mag de verkorte vorm gebruiken of alles uit schrijven
present continuous: zie regels eerder deze presentatie
simple present: zie regels eerder deze presentatie
Slide 26 - Diapositive
Future
Let's practise!
Please fill in the correct form of the future in the following sentences.
Slide 27 - Diapositive
The train ... (leave) at 11.45.
Slide 28 - Question ouverte
They ... (fly) to London on Friday evening at 8.
Slide 29 - Question ouverte
Look at those clouds. It ... (rain) in a few minutes.
Slide 30 - Question ouverte
He believes it ... (rain) tomorrow night.
Slide 31 - Question ouverte
Future
Any questions about the future?
Slide 32 - Diapositive
Extra
If you need to hear another or more explanation, there are always links to YouTube videos at the end of the Lesson Up presentation
If you need extra practise, you can simple google '{simple present} exercise' and you will find many extra exercises.
Slide 33 - Diapositive
What to do?
Continue on your week task --> see Magister.learn
Slide 34 - Diapositive
Today...
... you've been taught about the grammatical tenses simple present, present continuous and future.
... you've had time to continue working on your week task.