Spellen en vaardigheden TV 5 en 6

Oefenen vaardigheden 
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Oefenen vaardigheden 

Slide 1 - Diapositive

Stadhouder
Burgerlijke kunst
Mercantilisme
Centralisatie 
Raadspensionaris 
Absolutisme
Droit Divin 
Macht bij de Gewesten
De Republiek 
Frankrijk 
Kunst: alleen adel afgebeeld
Koning
Staten-Generaal 
Macht bij rijke burgers

Slide 2 - Question de remorquage

Programma 
  1. Bruikbaarheid, betrouwbaarheid: Theorie (15 min.)
  2.  Bruikbaarheid, betrouwbaarheid: praktijk (20 min.)

Slide 3 - Diapositive

Economisch 
Politiek
Cultureel 
Religieus
Sociaaleconomisch
Reformatie 
Renaissance
Centralisatie
Moeder
negotie
inkomensongelijkheid in de Republiek 

Slide 4 - Question de remorquage

Betrouwbaarheid
  • Elke toets een vraag over betrouwbaarheid. Hoe pak je dit aan?
  • Vraag je altijd af welke redenen er kunnen zijn waarom de informatie in een bron niet geloofwaardig is. Gebruik daarbij de volgende stappen: 
  1. Wie? Wie heeft de bron geschreven? Schrijft deze persoon neutraal, of schrijft hij over zijn eigen groep, of de tegenstander? Heeft de maker van de bron een reden om te liegen?
  2. Waarom? Wat is het doel van de bron? Wil de maker mensen overtuigen, of is het vooral voor zichzelf geschreven?
  3. Wat? Wat voor soort bron is het? Is de bron bedoeld voor publicatie, of wist de maker niet dat andere mensen deze bron zouden gaan lezen? 
  4. Hoe? Hoe is de bron geschreven? Zijn het veel feiten? Of zijn het niet onderbouwde meningen?

Slide 5 - Diapositive

Bruikbaarheid
  • Vaak een vraag over bruikbaarheid. Helaas halen veel mensen betrouwbaarheid en bruikbaarheid door elkaar. 
  • Bruikbaarheidsvragen worden altijd gesteld in combinatie met een onderzoeksvraag of opdracht. Bv. 'Stel je doet onderzoek naar de 80-jarige oorlog. Hoe bruikbaar is deze bron?'
  • Bruikbaarheid gaat in eerste instantie om de simpele vraag: Is deze bron nuttig voor de onderzoeksvraag/opdracht waar naar gevraagd wordt?
  • Een onbetrouwbare bron kan soms ook bruikbaar zijn. Bv. Mein Kampf, het boek van Hitler, is nuttig als je een onderzoek doet naar het denkproces van Hitler.
  • Soms moet je bij bruikbaarheid verder doordenken (zie volgende pagina). Als je daar niet uitkomt, ga dan altijd terug naar de simpele vraag: Is deze bron nuttig voor de onderzoeksvraag/opdracht waar naar gevraagd wordt?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Opdracht (15 min.)
  1. Ga naar teams
  2. Open het document met de oefenvragen over betrouwbaarheid en bruikbaarheid. 
  3. Maak deze in stilte voor jezelf. 
  4. Denk bij de vragen goed na over de stappen die je zojuist hebt geleerd.  

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Andere methode brongebruik
Stap 1: Schrijf de algemene strekking op van de bron: Dat zien we terug in de bron want die gaat over (en dan schrijf je eigen woorden de kern/samenvatting/strekking van de bron) 

Stap 2 Vervolgens schrijf je op waar je dat (letterlijk) in de bron ziet staan: Want in de bron staat (citeer uit de bron).

Vb. Ik weet dat centraliseren het besturen vanuit een centraal punt is. Karel V is hier duidelijk een groot voorstander van, want de bron gaat over  hoe hij in De Nederlanden overal hetzelfde geloof wil opleggen. Want in de bron staat ' iedereen die niet katholiek is, gaat de fik in' . 
Dus. De bron toont aan dat Karel V een voorstander is van centralisatie

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Stel ik doe onderzoek naar het contact tussen de VOC en lokale Indonesische vorsten. Beredeneer of deze bron voor dit onderzoek bruikbaar is

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Stel je doet onderzoek naar de kritiek op de katholieke kerk in de vroegmoderne tijd. Beredeneer of de bron op de vorige pagina bruikbaar is voor dit onderzoek.

Slide 18 - Question ouverte

Stel je doet onderzoek naar hoe monniken zich gedroeg in de vroegmoderne tijd. Beredeneer of de bron op pagina 6 bruikbaar is voor dit onderzoek.

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Stel je doet onderzoek naar de relatie tussen het Frankrijk van Lodewijk XIV en de Republiek. Beredeneer of deze bron bruikbaar is voor dit onderzoek?

Slide 21 - Question ouverte

Bedenk een vraag waarvoor de bron van Lodewijk XIV wel bruikbaar is en niet bruikbaar is.

Slide 22 - Question ouverte

VOC 
Republiek 
Landschappen 
Staten-Generaal 
Moedernegotie 
Raadspensionaris 
Rembrand 
Burgerlijk 
Stapelmarkt 
Val van Antwerpen
Gewestelijke staten 
Kunst 

Slide 23 - Diapositive

Voorbeeld van een juist antwoord:
Gouden eeuw in staatkundig opzicht: Staten-Generaal, Republiek, Raadspensionaris, Gewestelijke staten
Gouden eeuw in cultureel opzicht: Rembrand, Burgerlijk, Landschappen, Kunst 
Gouden eeuw in economisch opzicht: VOC, Moedernegotie, Val van Antwerpen en Stapelmarkt  
VOC 
Republiek 
Landschappen 
Staten-Generaal 
Moedernegotie 
Raadspensionaris 
Rembrand 
Burgerlijk 
Stapelmarkt 
Val van Antwerpen
Gewestelijke staten 
Kunst 

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Raad het verband (3P)
  1. Renaissance en overzeese expansie 
  2. Renaissance en wetenschappelijke revolutie 
  3. De Opstand en de Gouden Eeuw 

Slide 30 - Diapositive

Raad het begrip 
  1.   Overzeese expansie (8P) 
  2. Conquistadores  (6P) 
  3. Driehoekshandel (4p)
  4. Afrika (2p) 

  • = Transatlantische slavenhandel 





Slide 31 - Diapositive

Raad de begrippen 
  • Contrareformatie   
  1. Reformatie (2P) 
  2. Inquisitie  (4P) 
  3. Ketter (6p)
  4. Renaissance (8p) 







Slide 32 - Diapositive

Raad de begrippen 
  • Republiek
  1. Raadspensionaris/staatsgezinde  (2P) 
  2. Stadhouder/oranjegezinde   (4P) 
  3. Regent (6p)
  4. soevereiniteit (8p) 





Slide 33 - Diapositive