Lineaire vormen

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Gegeven is dat y evenredig is met x.
Voor x = 6 is y = 28.
Bereken y voor x = 15

1. y = 3,2
2. y = 70
3. y = 11,2
4. y = 37

Gegeven is dat N evenredig is met t.
Voor t=5 is N=28. Bereken t voor N=42.
Geef je antwoord als kommagetal.

Gegeven is de lijn k: 3x+4y=12.
Welke punten liggen op de lijn?
A(0, 3) B(4, 3) C(4, 0) D(-6; 7,5)

1. A en C
2. A, B en D
3. B, C en D
4. A, C en D

Maak x vrij bij 3x + 12y = 6.
Typ je antwoord of schrijf je antwoord op en stuur een foto in.

Lijn k gaat door P(-1, 4) en de rc van k is -2.
Stel een formule op van k.
Stuur een foto van je antwoord.

De toegang voor een dierentuin is 15 euro voor een kind een 25 euro voor een volwassene. Op een dag is 18250 euro aan entreegeld binnengekomen.
Noem x het aantal kinderen en y het aantal volwassenen.
Welk verband bestaat er tussen x en y?

1. x + y = 18250
2. 3x + 5y = 3650
3. 3x + 5y = 18250
4. 15x + 25y = 18250