peerfeedback

peerfeedback

Feedback: hoe en waarom?

Feedback geven en krijgen

Uiteenzetting verbeteren

Check

Je kunt je tekst aanpassen aan de hand van constructieve feedback

                 Feedback geven aan elkaar

Waarom?

Je leert actiever als gever dan als ontvanger.

Jullie worden een leerbron van elkaar.

Je bent bewuster bezig met de criteria.

Je wordt kritischer op je eigen werk.

Hoe?

Eerlijk, kritisch, opbouwend, concreet en volledig

Wat?

Je leest en beoordeelt teksten van elkaar

Feedback geven

Feedback geven op de taak

"Deze informatie klopt volgens mij niet. Kijk nog eens goed naar de literaire argumenten."

Feedback op het proces

"Ik kan je in deze alinea niet helemaal volgen. De samenhang ontbreekt. Wat wil je precies zeggen?"

Lees de tekst van een klasgenoot

Geef feedback (positief en opbouwend) aan de hand van het schema

Feedback geven en krijgen

Lees de uitwerking van een andere leerling

Lees kritisch en geef (opbouwend) feedback

Lesdoelen

• Je weet wat de kenmerken van een goede uiteenzetting zijn (herhaling)
• Je kunt zowel hogere- als lagere-ordefeedback geven.
• Je weet wat je nog kunt verbeteren aan je uiteenzetting.

Opfrissen voorkennis: wat waren ook al weer de kenmerken van een goede uiteenzetting?

Feedback geven en krijgen

We weten: reviseren van je tekst is nuttig (Van den Bergh & Elving, 2016)

Maar: eigen schrijfwerk verbeteren is lastig...

--> peer feedback! 

Cartney (2010) zag wel dat leerlingen vaak niet kritisch zijn op elkaar. Leerlingen hebben liever docentenfeedback (Strijbos et al., 2010).

Maar: door zelf feedback te geven, kijk je door een andere bril (van beoordelaar) en zie je dingen die je zelf wellicht ook fout doet! 

Feedback geven en ontvangen

Belangrijk: de hamburgermethode

Hogere- en lagere-ordefeedback

Van den Bergh (2003): bij peerfeedback wordt met name inhouds- en stijlgericht commentaar (lagere orde) gegeven 

= Weinig structuurgericht commentaar (hogere orde)

Begrijpelijk, want lastig aan te wijzen/te markeren

+ lastig te reviseren als je het als ontvanger niet goed begrijpt (Nelson & Schunn, 2009). 

Aan de slag

Daarom: tweede feedbackronde! 

1. Wissel straks weer je werk uit in dezelfde tweetallen. 
2. Probeer nu gericht te kijken naar de structuur: is de opbouw helder? is de vaste tekststructuur terug te vinden? worden er signaalwoorden gebruikt?
3. Maak aantekeningen van je feedback. 
4. Wissel werk terug uit. 
5. Bespreek de aantekeningen zodat je elkaar begrijpt.