Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Thema 2
Waarneming en gedrag
Slide 1 - Diapositive
Basisstof 2
Het oog
Accomoderen, bijziend en verziend
Pupilreflex
Diepte zien
Slide 2 - Diapositive
Bouw van het oog: buitenkant
Bescherming oog door:
Oogkas
Slide 3 - Diapositive
Bouw van het oog: buitenkant
Traanvocht beschermt oog
tegen uitdroging en reinigt ogen
Traanbuis leid naar
neusholte
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Het oog
Hoornvlies en lens zorgen dat scherp beeld ontstaat op netvlies
Lichtreceptoren (staafjes en kegeltjes) in netvlies
Scherpste beeld op gele vlek
Beeld omgekeerd en verkleind
Oogzenuw verlaat oog bij blinde vlek
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Hoe heet nr 1 ?
A
Lens
B
Pupil
C
Iris
D
Hoornvlies
Slide 8 - Quiz
Hoe heet nr 8 ?
A
gele vlek
B
blinde vlek
C
glasachtig lichaam
D
Straalvormig lichaam
Slide 9 - Quiz
Hoe heet nr 14 ?
A
straalvormig lichaam
B
lens
C
iris
D
pupil
Slide 10 - Quiz
Hoe heet nr 13 ?
A
Voorste oogkamer
B
Achterste oogkamer
C
Lens
D
Glasachtig lichaam
Slide 11 - Quiz
Lichtstralen die ons oog binnenkomen worden gebroken. Door welke 2 onderdelen van het oog worden de lichtstralen (het meest) gebroken?
Slide 12 - Question ouverte
Welke 2 lichtreceptoren kennen we in het oog?
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Accomoderen
Slide 15 - Diapositive
Accomoderen
Slide 16 - Diapositive
lichtbreking door lenzen
Slide 17 - Diapositive
oogafwijking
Slide 18 - Diapositive
Pupilreflex
Slide 19 - Diapositive
maken 11 t/m 19 online
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Diepte zien
Slide 25 - Diapositive
Het hoornvlies bevat veel zenuwuiteinden. Wanneer je de zenuwuiteinden prikkelt, treedt er een reflex op. Welke reflex treedt op?
A
oogreflex
B
knipperreflex
C
kniepeesreflex
D
pupilreflex
Slide 26 - Quiz
Bij het ouder worden van de mens begint het accommodatievermogen van de ogen te verminderen. 1) Kunnen de ooglenzen dan niet meer voldoende afgeplat of niet meer voldoende bol worden? 2) Is een bril met een positieve of negatieve glazen nodig om dit te corrigeren?
A
niet voldoende afgeplat, positieve glazen
B
niet voldoende afgeplat, negatieve glazen
C
niet voldoende bol worden, positieve glazen
D
niet voldoende bol worden, negatieve glazen
Slide 27 - Quiz
Bij oogonderzoek wordt wel eens gebruik gemaakt van stoffen waardoor pupilverwijding optreedt. Door de stoffen worden bepaalde spieren tijdelijk verlamd. Welke spieren zijn tijdelijk verlamd, waardoor deze pupilverwijdering optreedt.