Les 01-03-2021, paragraaf 5.3

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
5 minuten: leerdoelen testen
25 minuten: aan het werk!

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
5 minuten: leerdoelen testen
25 minuten: aan het werk!

Slide 1 - Diapositive

Sleep de goederen en/of diensten naar de juiste sector.
collectieve sector
particuliere sector

Slide 2 - Question de remorquage

Wat zijn kenmerken van de collectieve sector? Kies het juiste antwoord.
A
Bedrijven willen winst maken
B
Collectief wordt betaald door overheid met belastinggeld
C
Bedrijven zijn geprivatiseerd
D
Producten en diensten zijn gratis

Slide 3 - Quiz

Wat gebeurt er als de subsidie voor bibliotheken omlaag gaat? Zet in de juiste volgorde.
Minder boeken geleend
Minder werk in bieb
Subsidie lager
Mensen moeten meer betalen voor lenen

Slide 4 - Question de remorquage

Wat gebeurt er als de overheid subsidie gaat geven aan de producenten van deze panelen? Zet in de juiste volgorde.
Mensen gaan panelen aanschaffen
Meer werk voor producenten
Producent krijgt subsidie
Mensen hoeven minder te betalen

Slide 5 - Question de remorquage

Leerdoelen:
- Ik kan uitleggen waar de overheid geld vandaan haalt.

HUISWERK: Paragraaf 5.3

Slide 6 - Diapositive

Rijksbegroting & Miljoenennota

Slide 7 - Diapositive

Begrotingstekort & -overschot
  • Begrotingstekort = uitgaven > inkomsten
  • Geld lenen
  • Bezuinigen
  • Belastingen verhogen
  • Begrotingsoverschot = inkomsten > uitgaven
  • Schuld aflossen
  • Meer uitgeven

Slide 8 - Diapositive

Wat staat er in de rijksbegroting?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Vidéo

directe belastingen
Worden direct aan de belastingdienst betaald.

Het gaat om de belasting over inkomen, winst en vermogen.

Slide 11 - Diapositive

indirecte belastingen
Zitten verwerkt in de prijs van producten en diensten. Ze worden betaald aan de verkoper, deze draagt ze af aan de belastingdienst.

Het gaat om btw en accijns.

Slide 12 - Diapositive

Loonbelasting is een ... belasting.
A
directe
B
indirecte

Slide 13 - Quiz

Belasting die je betaalt wanneer je een product koopt is een voorbeeld van .....
A
directe belasting.
B
indirecte belasting.

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo

Wat is btw?
A
belasting toenemende waarde
B
belasting toegevoegde waarde
C
belasting toegevoegde winkel
D
belasting tegen waarde

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Vidéo

Wat zou jij doen om een hoge staatsschuld te voorkomen?

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Wat is de rijksbegroting?

Slide 22 - Question ouverte

Welke gevolgen heeft een begrotingstekort?

Slide 23 - Question ouverte

Welke belastingen betalen wij als burgers aan het Rijk?

Slide 24 - Question ouverte

Aan de slag!
Wat? Opdrachten van paragraaf 5.3
Hoe? In de online leeromgeving
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak

Slide 25 - Diapositive