VDA1_Les3_het mannelijk geslachtsorgaan

• Natuurwetenschappen
• Secundair onderwijs

                 Introductie

                                                       (voorkennis)

penis

balzak

voorhuid

vagina

schaamlippen

clitoris

de voortplantingsorganen 

van de man

Wat is het symbool voor mannelijk geslacht?

1. 
2. 

Hoe plant de mens zich voort?

1. geslachtelijke voortplanting
2. ongeslachtelijke voortplanting

UITWENDIGE VOORTPLANTINGSORGANEN

mannelijk geslachtsdeel waarlangs urine en sperma het lichaam verlaat

1

bedekt de eikel

3

huidplooi, beschermt de teelballen en bijballen

2

penis

voorhuid

balzak

clitoris

vagina

INWENDIGE VOORTPLANTINGSORGANEN

teelbal

bijbal

zaadleider

urinebuis

urineblaas

zaadblaasjes

prostaatklier

zwellichamen

FUNCTIE VOORTPLANTINGSORGANEN

Vorming van zaadcellen

teelballen

1

Rijpen en opslag van zaadcellen

bijballen

2

Brengt de penis in erectie

zwellichaampjes

3

Produceren vocht die zaadcellen beschermen

zaadblaasjes

5

Vervoeren zaadcellen

zaadleiders

4

Produceren voedend zaadvocht + sluit de urinebuis af bij een zaadlozing

prostaatklier

6

Voert sperma of urine uit het lichaam

urinebuis

7

WERKING: van aanmaak zaadcel tot de zaadlozing

Zaadcellen worden geproduceerd in de ... .

Daarna worden ze bewaard in de ... en rijpen ze verder.

De zaadcellen gaan via de ... op weg naar de urinebuis.

De ... voegen zaadvocht toe aan de zaadcellen. Nu spreek je van sperma.

Bij een zaadlozing of ejaculatie sluit de prostaatklier de ... af zodat het sperma naar buiten kan.

Bij seksuele opwinding vullen de ... zich met bloed en gaat de penis in erectie.

teelballen

bijballen

zwellichamen

zaadleiders

zaadblaasjes en prostaatklier

urinebuis

opdracht

                                                 - STAP 1: Naam noteren

                                                 - STAP 2: Titel -> noteer symbool mannelijk

                                                 - STAP 3: Invullen kruiswoordraadsel

                                                     Hulp nodig? kenniskaders werkboek

                                                -  STAP 4: Klaar? Indienen (vinger opsteken)
                                                      + opdrachten "ik oefen" p154 t.e.m. p156