Goederen H4.4 JNLS

• goederen
• MBO
• Studiejaar 1

Planning

Formules behorend bij de theorie van de bestelfrequentie, bestelgrootte en algemene bestelkosten. 

Examentermen

Nu: 2.4.1 

leerdoelen

Aan het einde van de les kan ik:

De bestelfrequentie berekenen.

De bestelgrootte berekenen.

Bestelfrequentie

Die kan je uitrekenen als je de jaarafzet weet en de bestelgrootte. 
Bestelfrequentie = Jaarafzet : bestelgrootte. 

Bestelfrequentie = Jaarafzet : bestelgrootte. 

Isaak heeft een kledingwinkel en besteld van een bepaald merk 420 stuks per jaar. Isaak besteld 28 stuks per keer van dit merk. Wat is de bestelfrequentie?

Isaak heeft een kledingwinkel en besteld van een bepaald merk 420 stuks per jaar. Isaak besteld 28 stuks per keer van dit merk. Wat is de bestelfrequentie? (schrijf je antwoord + berekening)

Bestelgrootte

bestelgrootte = Jaarafzet: bestelfrequentie

Let op: Je kan niet 2,5 keer bestellen per maand. Dan word het 3. Maak bij de bestelfrequentie er dus een rond getal van. Hou hier rekening mee als je in de praktijk hiermee aan de slag gaat.

Rekenvoorbeeld

Isaak heeft een kledingwinkel en besteld van een bepaald merk 780 stuks per jaar. Isaak besteld 12 keer per jaar van dit merk. Wat is de bestelgrootte?

Isaak heeft een kledingwinkel en besteld van een bepaald merk 780 stuks per jaar. Isaak besteld 12 keer per jaar van dit merk. Wat is de bestelgrootte? (schrijf je antwoord + berekening)

Voor nu:

kijk op de PowerPoint wat je dient te maken

Een winkel heeft een jaarafzet van 750 producten. De verkoop is zeer gelijkmatig verdeeld over het jaar. In verband met de bestelkosten houdt de ondernemer een bestelfrequentie van 15 keer per jaar aan. Hoeveel stuks is de bestelgrootte?