Hoofdstuk 07 - Het tuinfeest

• NT2
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 1

Hoofdstuk 7 - Het tuinfeest

Lezen

Lees de tekst.

Ken je een woord niet? Zoek het op!

Zoek niet de hele zin op!

Probeer zelf te lezen, niet met Google Translate.

Schrijf nieuwe woorden op! 

Lees de tekst

Sabien doet de deur open. 'Welkom,' roept ze. 'Bedankt en gefeliciteerd!' zegt Paula. Paul geeft Sabien bloemen, wijn en chocola. 'Alsjeblieft,' zegt hij. 'O, dank je wel!' lacht Sabien. 'Wat veel cadeautjes!'

Ze lopen samen naar de tuin. In de tuin zijn al veel mensen. Er is muziek en achter in de tuin staat een grote tafel. Op de tafel staat eten en drinken en een kleine barbecue. 'Jullie kunnen zelf eten en drinken pakken,' zegt Sabien. Paul lacht. 'Dan ga ik even een lekker biertje halen,' zegt hij. En weg is Paul. Paula en Sabien lachen. 

Praat Sabien hard of zacht?

1. Sabien praat hard
2. Sabien praat zacht

Sabien geeft Paul en Paula iets te eten en te drinken

1. waar
2. niet waar

Is het feest binnen of buiten?

1. binnen
2. buiten

Voor wie haalt Paul iets te drinken?

1. Voor zichzelf
2. Voor zichzelf en Paula
3. Voor zichzelf, Paula en Sabien

Wat krijgt Sabien niet van Paul en Paula?

1. 
2. 
3. 
4. 

Lees de tekst

Dan zegt Sabien: 'Sorry, maar ik moet weer even naar de deur. Er komen nog meer gasten.' Nu is Paula alleen. Dat vindt ze niet zo leuk. Ze kent de mensen op het feest nog niet. Haar ogen zoeken Paul. Staat hij nog bij de tafel? 

'Hallo mooie dame,' hoort ze dan. Een lange onbekende man staat voor haar. Hij heeft een flesje bier in zijn hand. 'Hallo,' zegt Paula. 'Ben je hier alleen?' vraagt de man. 'Wil je wat drinken?' Paula lacht. 'Dat zijn veel vragen!' zegt ze. 

Waarom moet Sabien naar de deur toe?

1. De deur staat nog open
2. Ze moet de deur open doen voor gasten
3. Er is post voor Sabien

Paula voelt zich niet prettig alleen

1. waar
2. niet waar

Paula kent de man die tegen haar praat

1. waar
2. niet waar

Wat vraagt de man aan Paula?

Lees de tekst

'Maar ... nee, ik ben hier niet alleen. Mijn vriend is ook op het feest. Hij heet Paul. Maar ik wil wel graag een glas rode wijn.'

De man lacht. 'Dat zijn veel antwoorden,' zegt hij. 'Maar ... ik ga een wijntje voor je halen!' Hij geeft Paula een knipoog. 'Ik ben zo terug.' 

Wat wil Paula drinken?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat geeft de man aan Paula?

1. 
2. 
3. 
4. 

Welke woorden ken je voor
'het feest'