Vorige week kocht je een nieuwe broek. De verkoopprijs van de broek was € 79,20 De winkelier had de broek voor € 33 bij de groothandel gekocht. Hoeveel is de brutowinstopslag in procenten van de inkooprijs?
A
42%
B
58 %
C
140 %
D
240 %
Slide 11 - Quiz
Omzet
Omzet = afzet × verkoopprijs
(afzet = aantal stuks)
Slide 12 - Diapositive
Met welke informatie kun je de omzet berekenen?
A
Allen met de afzet
B
Met de inkoopwaarde, de brutowinstopslag en de afzet
C
Met de inkoopwaarde en de verkoopopbrengst
Slide 13 - Quiz
In een dag verkoop je 120 ijsjes. De gemiddelde verkoopprijs per ijsje is € 1,70 a. Hoeveel is de afzet? b. Bereken de omzet
Slide 14 - Question ouverte
Op de jaarlijkse boekenmarkt verkoop je 2e-hands boeken voor € 1,75 per stuk a. Aan het eind van de dag is je omzet € 560. Hoeveel boeken heb je verkocht? b. Een jaar later is je afzet 400 boeken. Wat is nu je omzet?