Communicatie - H20 deel 1

Communicatie cohort 2019

- Terugblik H19
- Instructie H20 deel 1
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
CommunicatieMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Communicatie cohort 2019

- Terugblik H19
- Instructie H20 deel 1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik H19
Verschillende crisissituaties
Oorzaken en kenmerken van een trauma
Handelen in crisissituatie in de MZ
Crisissituaties voorkomen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn twee soorten crisissituaties,
welke twee zijn dit?

Slide 3 - Question ouverte

Persoonlijke crisis: ernstige plotselinge verstoring van het dagelijks leven als gevolg van een emotioneel ingrijpende gebeurtenis.

Organisatiecrisis: plotselinge of onverwachte noodsituatie die gevaar oplevert voor medewerkers, cliënten en/of de organisatie.
Er zijn drie kenmerken van een trauma, welke uitleg hoort bij welk begrip?
Veelvuldige herbeleving
Vermijdingsreactie
Verhoogde waakzaamheid
Iemand heeft last van nachtmerries en is daardoor bang om te gaan slapen
Iemand wil niet meer aan het trauma herinnert worden door de plek of betrokken mensen
Iemand kan zich niet ontspannen, is prikkelbaar en heeft last van overdreven schrikreacties

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk begrip hoort op de puntjes?

........ is afhankelijk van hoe iemand omgaat met veranderingen en tegenslagen en is sterk afhankelijk van je persoonlijkheid
A
Draagkracht
B
Draaglast

Slide 5 - Quiz

Draaglast is de hoeveelheid druk die iemand ervaart, draagkracht is hoe diegene daarmee omgaat
Als beroepskracht MZ is het belangrijk om adequaat in te gaan op de emoties van cliënten, welke reden klopt niet?
A
Om te voorkomen dat ze elkaar 'emotioneel besmetten'
B
Je voorkomt dat cliënten er langdurig last van houden
C
Je wil niet dat cliënten er onderling over praten
D
Je helpt cliënten emoties een plek te geven

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nabespreking huiswerkopdracht H19


Pak de verwerkingsopdracht van H19 erbij. 
Aan de hand van de lessonup gaan wij dit zo nabespreken. 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul het antwoord van vraag 1 hieronder in. De vraag was:

Hoe ga je deze cliënten opvangen tijdens de crisis? Denk aan hoe je cliënten opvangt, hoe je een crisis doorstaat, hoe je escalatie voorkomt etc.

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

H20 - begeleiden bij reacties op een crisis
  • Reacties van cliënten op ingrijpende gebeurtenissen
  • Tekenen die duiden op spanning, stress, burn-out of depressie
  • Herkennen en omgaan met de verschillende verdedigingsmechanismen
  • Emoties als angstgevoelens, boosheid en verwardheid bij een (dreigende) crisis
  • Verwerkingsproces na een crisis
  • Belang van rituelen en symbolen
  • Omgaan met eigen emoties als beroepskracht MZ 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke reacties kan je tijdens en direct na een crisissituatie verwachten?

Slide 10 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke reacties kan je op de lange termijn na een crisissituatie verwachten?

Slide 11 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Stress
= reactie van het lichaam 
    Gezonde stress: helpt je te presenteren, maakt alert, zorgt voor  
    concentratie en efficiënt werken

    Ongezonde stress: lichamelijke reacties - merk je soms pas achteraf
     Stress --> burn out

Omgaan met cliënten met stress: erkennen probleem - loskomen stress

Slide 12 - Diapositive

Lichamelijke reacties bij ongezonde stress: opgejaagd gevoel, hartkloppingen, verlies van eetlust, concentratieproblemen en slaapproblemen 

Stress - burn out: niet zomaar, langdurige belasting - zowel lichamelijk als emotioneel uitgeput zijn. Iemand met burn out sluit zich af voor contacten, heeft geen energie meer en kans om depressief te raken. 
Verdedigingsmechanismen
= bepaalde tactiek die mensen onbewust gebruiken om zichzelf staande te houden en angst of nare gevoelens op afstand te houden.

  • Ontkenning en verdringing
  • Vluchtgedrag, regressie en rationalisatie
  • Projectie
  • Reactievorming en compenseren

Slide 13 - Diapositive

Ontkenning: ontkennen van de genoemde feiten, werkelijkheid is niet te bevatten
Verdringing: betrokkene weet wel dat het waar is maar wil het ontkennen/verdringen
Vluchtgedrag: letterlijk weglopen/rennen maar ook vluchten in alcohol/drugs/andere verslavingen.
Regressie: terugvallen in eerdere ontwikkelingsfase (zoals kindertijd)
Rationalisatie: gevoelens op afstand houden met verstandelijke argumenten.
Projectie: eigenschappen of gevoelens die jij hebt schrijf je naar een ander toe
Reactievorming: overschreeuwen van bestaande gevoel met tegenovergesteld gevoel, overdreven blij. 
Compenseren: iets leuks/prettig tegenover het nare zetten, bijvoorbeeld eten. 
Omgaan met cliënten met verdedigingsmechanismen
Iemand wil zich afsluiten van bedreiging of gevoelens, er kan niet anders gereageerd worden. Heb niet als doel om cliënt zo snel mogelijk de werkelijkheid onder ogen te laten zien, dit komt wel na verloop van tijd!

Wat moet je doen?
  • Verdedigingsmechanismen niet versterken
  • Laat de cliënt het tempo bepalen
  • Rem emoties niet af
  • Inschakelen van deskundige psychische hulp

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Wie heeft de huiswerkopdracht niet ingeleverd?


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk

Praktijksituatie thema 9: Jaimy is weggelopen

Deadline: donderdag 11 maart

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions