2.2 Van meerdere goden, naar één god

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Grieks-Romeinse cultuur

De Romeinen bewonderde de Griekse cultuur en namen deze over. 

Voorbeelden Grieks-Romeinse cultuur

Opdracht hoofdstuk 2 

Je gaat bezig met een oefenblad. 

Tijd: 10-15 minuten. 

Hoe: in stilte, als het niet lukt mag je fluisterend overleggen met diegene die naast je zit. 

	2.2 van meerdere goden naar één god.
1.	Lesopening
2.	Terugblik
3.	Lesdoel
4.	Instructie

5. 

Begeleid werken

6. 

Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boekje van M&M en op deze op blz. 56. 

Huiswerkcontrole: 

Les 2.1 opdracht 7 t/m 10. 

Nederland

Spanje

Italië

Griekenland

Frankrijk

Egypte

Van welk land is Rome nu de hoofdstad?

1. Spanje
2. Frankrijk
3. Italië
4. Engeland

Wat is de betekenis van: bondgenootschap

1. Geld of goederen die je moet betalen aan het bestuur.
2. Samenwerking
3. baas van een groot rijk
4. Alles wat met besturen van een gebied te maken heeft.

Wat is de betekenis van: politiek

1. geld of goederen die je moet betalen aan het bestuur.
2. Gemengde culturen van Grieken en Romeinen in het Romeinse rijk.
3. Baas van een groot rijk
4. Alles wat met besturen van een gebied te maken heeft.

Bij welk begrip hoort deze omschrijving: geld of goederen die je moet betalen aan het bestuur.

1. keizer
2. belasting
3. oudheid
4. rijk

Bij welk begrip hoort deze omschrijving: baas van een groot rijk

1. keizer
2. landbouwstedelijke samenleving
3. oudheid
4. rijk

Oudheid is een andere naam voor het tweede tijdvak: Grieken en Romeine

1. Juist
2. Onjuist

Het tweede tijdvak duurt van: 3000 v.c. tot 500 n.c.

1. juist
2. onjuist

De Bataven en de Romeinen schreven de afspraken van hun bondgenootschap op in een verdrag

1. Juist
2. Onjuist

Lesdoelen

Welk geloof hadden de Romeinen? 

Hoe het Christendom uit het jodendom is ontstaan.

Blooket

Ga naar playblooket.com

Opdrachten maken

Ga naar blz. 55. 

Huiswerk: 1 t/m 4 van paragraaf 2.2. 

Klaar? Verder met opdrachten 5 t/m 10

Benoem twee dingen wat je deze les hebt geleerd.

Wat vind je nog moeilijk?

Constantijn de Grote

Godsdienstvrijheid = zelf mogen kiezen wat je wilt geloven. 

Rooms-Katholieke kerk

Paus

Belangrijkste leider van de katholieke kerk

Wie is de belangrijkste persoon binnen de katholieke kerk?

1. De paus
2. monnik
3. Bisschop
4. pastor

Wat is de belangrijkste reden waarom het Romeinse rijk ophield te bestaan?

1. de Germanen
2. de paus
3. Vrede
4. Volksverhuizingen

Wat is de naam van het heilige boek van de Joden?

1. Bijbel
2. Koran
3. Thora
4. nieuwe testament

Wat is godsdienstvrijheid?

1. Dat iemand voor jou beslissing maakt.
2. Dat je zelf mag weten waar je in gelooft
3. Constantijn besliste waar je in mocht geloven.
4. De Christenen geloofde waar je in mocht geloven.

Opdrachten maken

Ga naar blz. 57. 

Opdrachten 5 t/m 11 van paragraaf 2.2.

Tijd: 10-15 minuten. 

Wat heb je geleerd?

Wat vind je nog moeilijk?