Les 41-43

• Chinees
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

感冒

咳嗽

发烧

肚子疼

头疼

Ik kom er meteen aan. Welk woord hoort op de stippellijn? 我马上。。。！

1. 进去
2. 进来
3. 过来
4. 过去

Welk woord moet op de stippellijn?
"Ik neem je mee naar school"：' 我。。。你去学校‘

1. 带
2. 戴
3. 走
4. 过

Vertaal: "Hij ziet er erg knap uit."

1. 她长得很帅
2. 他长得很帅
3. 她长得很漂亮
4. 他长得很漂亮

Goed of fout: bij 米 met hele tientallen heb je 十 niet nodig. Dus 1 meter 50 = 一米五。

1. 对
2. 不对

Vertaal: "Ik wil die foto zien."

1. 我要看这个照片
2. 我要看那个照片
3. 我要看这张照片
4. 我要看那张照片

Vertaal: "Ik ben in Duitsland geboren, maar in Frankrijk opgegroeid."

1. 我是在德国出生的，可是在法国长大的
2. 我是在法国出生的，可是在德国长大的。
3. 我是在英国出生的，可是在法国长大的
4. 我是在美国出生的，可是在法国长大的

Vul in: 我。。。在希望你回答我。

1. 的
2. 得
3. 一直
4. 可能

Vertaal: "Ik wil in het buitenland studeren."

1. 我想留学去外国
2. 我想留在这儿
3. 我想在大学留学
4. 我想去外国留学

Vertaal: “Hij is ziek, het lijkt erop dat hij verkouden is.”

1. 她生病，好像她感冒。
2. 他生病，他好像感冒。
3. 她生病了，好像她感冒。
4. 他生病了，他好像感冒了。

Zet in de juiste volgorde: "Mijn portemonnee is gisteravond door hem gestolen."

被

我的钱包

偷了

昨天晚上

在大使馆

他

Zet in de juiste volgorde: "Ik heb gisteravond aan één stuk door huiswerk gemaakt."

作业

我

一直

昨天晚上

在

做

在图书馆

Oefenzinnen

Vertaal naar karakters of naar pinyin:

1. Ik heb hoofdpijn en buikpijn, ik ga vanmiddag naar de dokter.
2. Je bent alsmaar aan het hoesten (késou 咳嗽), is het niet nodig om medicijnen te nemen?
3. Mijn vriendin heeft kort bruin haar, heeft groene ogen en is 1.78 m lang.
4. Mijn fiets is gisteren bij de bank door haar gestolen.
5.  Ik moet medicijnen innemen: twee keer per dag, na het ontbijt 1 pil, voor het avondeten 1 pil.
6.  Kom gauw binnen! Heb je mijn Chinese boek meegenomen?
7. Hij is in China geboren, maar in Nederlands opgegroeid.
8. Het lijkt erop dat de docent ziek is, ik hoop dat we vandaag de toets niet hoeven te maken!

Oefenzinnen

Vertaal naar karakters of naar pinyin:

• 1. Ik heb hoofdpijn en buikpijn, ik ga vanmiddag naar de dokter.
• 我头疼、肚子疼，今天下午去看病/医生。
• 2. Je bent alsmaar aan het hoesten (késou 咳嗽), is het niet nodig om medicijnen te nemen?
• 你一直在咳嗽，你不需要/用吃药吗？
• 3. Mijn vriendin heeft kort bruin haar, heeft groene ogen en is 1.78 m lang.
• 我的女朋友有咖啡色的/棕（色的）短发，有绿（色的）眼睛，她一米七十八。
• 4. Mijn fiets is gisteren bij de bank door haar gestolen.
• 我的自行车昨天在银行被她偷了。

Oefenzinnen

Vertaal naar karakters of naar pinyin:

• 5. Ik moet medicijnen innemen: 2 keer per dag, na het ontbijt 1 pil, voor het avondeten 1 pil.
• 我要吃药：每天两次，早饭以后（要吃）一片（药片），晚饭以前（要吃）一片（药片）。
• 6. Kom gauw binnen! Heb je mijn Chinese boek meegenomen?
• 快进来吧！你带了我的中文书吗？
• 7. Hij is in China geboren, maar in Nederlands opgegroeid.
• 他（是）在中国出生的，可是（是）在荷兰长大的。
• 8. Het lijkt erop dat de docent ziek is, ik hoop dat we vandaag de toets niet hoeven te maken!
• 老师好像生病了，我希望我们今天不要考考试！