Past Simple (klassikaal)

• Engels
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 3

Past Simple

Wat weet je nog?

Wanneer gebruik je de past simple?

Praten over dingen uit het verleden die afgelopen zijn

I bought a new toy for my son yesterday.

We went to Italy last year.

Heath Ledger died in 2008.

In de zin staat bijna altijd wanneer het gebeurde

Exercise 1

Geef voor de volgende zinnen aan of je hier wel of niet  'Past Simple' moet gebruiken.

Na iedere vraag moet 1 persoon uitleggen waarom wel of niet

The boys (to go) to school every day.

1. wel
2. niet

1.2) My sister (to cry) all day yesterday.

1. wel
2. niet

1.3) Last year our teacher (to be) Mrs Hopkins.

1. wel
2. niet

1.4) We (to go) to Italy in 2020.

1. wel
2. niet

1.5) I (to read) Lord of the Rings in 2016.

1. wel
2. niet

Hoe maak je de Past Simple bevestigend?

Regelmatige werkwoorden: hele werkwoord + ed

I played Minecraft a few days ago. (to play)

My sisters baked a cake for our mother yesterday. (to bake)

We studied for our test last week. (to study)

Onregelmatige werkwoorden: verander het werkwoord naar de 2e vorm

We went to the fair in Oosterhout last weekend. (to go)

She bought a new Horse in 2012. (to buy)

LET OP: LEER DE ONREGELMATIGE WERKWOORDEN UIT JE HOOFD

Exercise 2

Zet het werkwoor in de Past Simple

Typ alleen het werkwoord

2.1) We (to be) the winners last year.

2.2) Tamara (to watch) television yesterday.

2.3) Keith (to listen) to the new Kanye West album earlier this morning.

2.4) We (to have) a great party last weekend.

2.5) My brother (to work) a lot last summer.

Hoe maak je de past simple vragend of ontkennend?

Vragend: Did + onderwerp + hele werkwoord + rest vd zin

He did his homework yesterday --> Did he do his homework yesterday?

They won the match last night --> Did they win the match last night?

Ontkennend: onderwerp + did + not + hele werkwoord + rest vd zin

He did his homework yesterday --> He did not do his homework yesterday.

They won the match last night --> They did not win the match last night.

LET OP: BIJ VRAGEN EN ONTKENNINGEN ALTIJD HET HELE WERKWOORD GEBRUIKEN

Exercise 3

Verander de positieve zinnen naar een vraag (?) of ontkenning (-)

Typ de hele zin

Gebruik geen afkortingen

3.1) Bob sang a song. (to sing) --> (-)

3.2) My friends played Fortnite yesterday. (to play) --> (?)

3.3) Your sister studied for her test on Monday. (to study) --> (?)

3.4) Sharon did her homework yesterday. (to do) --> (-)

Belangrijke uitzondering

Het werkwoord 'to be' doet zijn eigen ding en gebruikt geen did

I/He/She/it = was

You/We/They = were

He was here yesterday. --> Was he here yesterday? --> He was not here yesterday.

We were in Spain last summer. --> Were we in Spain last summer? --> We were not in spain last summer.

Vragend: zet was/were vooraan in de zin

Ontkennend: zet 'not' achter was/were