4V week 5 les 2 parler ex 32 et lire ex 33

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui? 

On va parler (    objet d'art

                   votre week-end)

On va lire un texte (p 30)

D'abord: Vous avez des questions sur les devoirs? 

Wat heb je geleerd van de les van vorige week?

We gaan kunstwerken beschrijven

Eerst krijg je een paar minuten om samen te bedenken hoe je dat gaat aanpakken

Daarna ga ik vragen stellen

Kleur C'est brun, rouge. jaune, vert. bleu, blanc noir etc

                         foncé / clair 

Vorm C’est long, large, rond, triangulaire, carré, 

                        rectangulaire 

Materiaal C'est en bois, en métal, en plastique,

                 en coton, en papier,en verre, en cuir, 

Plaats op kunstwerk: au premier plan, en arrière-plan, à gauche, à   droite, au milieu, à côté

Soort kunstwerk:  un tableau, une sculpture,  

                      une oeuvre d'art, un objet

                  Vous allez parler en duos . Sujet:

• Qu'est-ce que vous avez fait pendant le week-end?
• Il y a une différence à cause du confinement?
• Qu'est-ce que vous ne pouvez plus faire maintenant?
• Qu'est -ce que vous auriez fait normalement pendant le week-end?

Après je vais vous poser aussi ces questions,  pour cela préparez-vous!

Maintenant vous avez 10 minutes pour lire le texte C à la page 30

Prenez des  notes

Je vais vous poser des questions sur le texte

alinea 1:welke 2 dingen doen ze met het geld dat ze ophalen op het festival?

• ze financieren projecten om Aidspatiënten te helpen
• Ze voeren voorlichtingsacties

Welke 3 aanduidingen uit alinea 2 wijzen op een gevarieerd programma?

Wat voor soort muzikanten
kom je tegen op het festival?

1. grote sterren
2. hiphop en reggae
3. nieuwkomers
4. bekende artiesten en artiesten die net beginnen

Alinea 3: hoe kan het dat er zoveel artiesten kunnen optreden? Noem 2 elementen.

Welke 3 verschillende plekken kan je op het terrein vinden volgens alinea 3?

Welke 4 activiteiten zijn er te doen in het informatiedorp?

Alinea 4: wat is tegenwoordig het grootste probleem?

1. men heeft geen geduld meer
2. mensen willen meerdere concerten tegelijkertijd zien
3. het is te druk
4. de organisatie functioneert niet goed

Alinea 6: wie is het MEEST positief over het festival?

1. Jeremy
2. Thomas
3. Manon

Wanneer betaal je €39 voor een toegangskaartje?

1. als je maar naar één dag wilt gaan
2. als je vroeg je kaartje koopt
3. als je op de eerste rang wilt zitten
4. als je via Internet je kaartje koopt

cependant (r 65) is een tegenstelling. Welke tegenstelling bedoelt Thomas hier?

Vous avez des questions?

Devoirs:

Interrogation vocabulaire et phrases clé de 4C