H6 fysiek Tekst en publiek

Nederlands 11-05
Wat gaan we doen deze les?
  1. tweetallen stencil tijdschrift
  2. H6 Lezen --> Tekst en publiek 
  3. Zelfstandig werken
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands 11-05
Wat gaan we doen deze les?
  1. tweetallen stencil tijdschrift
  2. H6 Lezen --> Tekst en publiek 
  3. Zelfstandig werken

Slide 1 - Diapositive

Planning deze week
Les 1 (dinsdag): H6 Lezen --> tekst en publiek
Les 2 (donderdag): H4, H5 en H6 Lezen oefenen uit het boek
Les 3 (vrijdag): online oefentoets via Classkick

H4: feiten, meningen en argumenten
H5: Weet wat je leest (checken van betrouwbare bronnen)
H6: Tekst en publiek

Slide 2 - Diapositive

Tekst en publiek
Een schrijver wil meestal dat zijn tekst door een bepaalde groep mensen gelezen wordt: het publiek
Bijvoorbeeld: jongeren, voetbalfans, gamers, volwassenen. 

Een schrijver houdt bij het schrijven van de tekst rekening met het publiek.
  1. Onderwerp
  2. Taalgebruik
  3. Lay-out
  4. Bron

Slide 3 - Diapositive

Tekst en publiek
  • het onderwerp: een tekst over de gaafste achtbanen in Europa is bijvoorbeeld bedoeld voor jongeren. Een tekst over het schilderen van je huis is bedoeld voor volwassenen.

  • het taalgebruik: teksten voor jongeren hebben bijvoorbeeld veel moderne en nieuwe woorden en de lezer wordt meestal met ‘je’ aangesproken. In een tekst voor volwassenen wordt de lezer vaker met ‘u’ aangesproken.

Slide 4 - Diapositive

Tekst en publiek
  • de bron: een tekst in Bobo is voor kinderen bedoeld, een tekst in 7Days voor jongeren en een tekst in het tijdschrift LINDA. voor volwassen vrouwen.
  • de lay-out (opmaak): in tijdschriften en op websites voor jongeren zie je veel illustraties, grote koppen, veel kleuren en lettertypen. Ingewikkelde teksten voor volwassenen zien er vaak saaier uit dan teksten voor jongeren.

Slide 5 - Diapositive

Opdracht
Je krijgt nu een aantal tijdschriften te zien. Aan jou de taak om aan te geven voor welk publiek het tijdschrift is geschreven.

Let op: 
  1. het onderwerp
  2. taalgebruik
  3. de bron
  4. de lay-out (hoe ziet de tekst eruit)

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Voetbal International
Voor iedereen die geïnteresseerd is in voetbal.


Waaraan kun je dat zien?
  • het onderwerp
  • Lay-out
  • taalgebruik

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Tina
Voor jonge meiden


Waaraan kun je dat zien?
  • Het onderwerp
  • Lay-out
  • taalgebruik
  • Bron

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Plus
Voor mannen en vrouwen boven de vijftig jaar


Waaraan kun je dat zien?
  • Het onderwerp
  • Lay-out
  • taalgebruik
  • Bron

Slide 12 - Diapositive

Tekst en publiek
Voor wie de tekst is bedoeld, kun je altijd zien aan: 
- onderwerp
- bron 
- taalgebruik
- lay-out

Alle vier heb je nodig om te checken voor welk publiek een tekst is geschreven.

Slide 13 - Diapositive

Zelfstandig werken
Wat ga je doen?
Opdracht 1 op blz. 153



Slide 14 - Diapositive