Molrekenen

7A, 7B
38A
99
Molrekenen
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

7A, 7B
38A
99
Molrekenen

Slide 1 - Diapositive

Bereken de molecuulmassa Mr (in u) van één molecuul butaan-1-ol.
Maak gebruik van Binas 99.
Geef je antwoord in twee decimalen en zonder vermelding van eenheid.

Slide 2 - Question ouverte

Bereken de molaire massa M (in g/mol) van 2,2-dichloorpropaan.
Maak gebruik van Binas 99.
Geef je antwoord in twee decimalen en zonder vermelding van eenheid.

Slide 3 - Question ouverte

Bereken de massa m (in g) van 0,333 mol zwavelzuur.
Maak gebruik van Binas 66B en 98.
Geef je antwoord in het juiste aantal significante cijfers en zonder vermelding van eenheid. Gebruik geen wetenschappelijke notatie.

Slide 4 - Question ouverte

Bereken de hoeveelheid stof (in mmol) in 15 g kaliumpermanganaat.
Maak gebruik van Binas 66B en 98.
Geef je antwoord in het juiste aantal significante cijfers en zonder vermelding van eenheid. Gebruik geen wetenschappelijke notatie.

Slide 5 - Question ouverte

Bereken de hoeveelheid stof (in mol) in 750 mL vloeibaar ethanol @ T = 293 K.
Maak gebruik van Binas 11 en 98.
Geef je antwoord in het juiste aantal significante cijfers en zonder vermelding van eenheid. Gebruik geen wetenschappelijke notatie.

Slide 6 - Question ouverte

Bereken de hoeveelheid stof (in mmol) in 300 mL gasvormig waterstofchloride @ T = 273,15 K.
Maak gebruik van Binas 7A.
Geef je antwoord in drie significante cijfers en zonder vermelding van eenheid. Gebruik geen wetenschappelijke notatie.

Slide 7 - Question ouverte

Bereken de massa (in g) van 1,5 L gasvormig distikstofoxide @ T = 298 K.
Maak gebruik van Binas 7A en 98.
Geef je antwoord in drie significante cijfers en zonder vermelding van eenheid. Gebruik geen wetenschappelijke notatie.

Slide 8 - Question ouverte

Molariteit = hoeveelheid opgeloste stof per volume oplossing (mol/L = M).
Bereken de molariteit (in mol/L) van ammoniak wanneer je 24,55 g ammoniak oplost in water tot een oplossing van 2,5 L. Maak gebruik van Binas 66B en 98.
Geef je antwoord in het juiste aantal significante cijfers en zonder vermelding van eenheid. Gebruik geen wetenschappelijke notatie.

Slide 9 - Question ouverte

Molariteit = hoeveelheid opgeloste stof per volume oplossing (mol/L = M).
Bereken hoeveel kilogram keukenzout is opgelost in 2,50 m^3 0,25 M NaCl oplossing. Maak gebruik van Binas 98.
Geef je antwoord in het juiste aantal significante cijfers en zonder vermelding van eenheid. Gebruik geen wetenschappelijke notatie.

Slide 10 - Question ouverte

Bereken hoeveel gram stof je moet afwegen om 60 mL 1,25 M (= mol/L) ammoniakoplossing te maken. Maak gebruik van Binas 66B en 98.
Geef je antwoord in het juiste aantal significante cijfers en zonder vermelding van eenheid. Gebruik geen wetenschappelijke notatie.

Slide 11 - Question ouverte