Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Welkom!
Pak alleen je etui :)
Slide 1 - Diapositive
Ready?
Is iedereen aanwezig?
Slide 2 - Diapositive
Planning
LESDOEL: Ik kan met variabelen werken
Herhalen
Wedstrijd
Vragen (over opgaven)
Uitleg
Aan de slag
Afsluiting
Slide 3 - Diapositive
kwadratische verbanden
Voorbeeld formule
Voorbeeld grafiek
Voorbeeld tabel
Slide 4 - Diapositive
kwadratische verbanden
Slide 5 - Diapositive
kwadratische verbanden
De grafiek noem je een ???
Slide 6 - Diapositive
kwadratische verbanden
De grafiek noem je een parabool
Slide 7 - Diapositive
kwadratische verbanden
De grafiek noem je een parabool
Dalparabool: (wat voor formule, welke grafiek)
Slide 8 - Diapositive
kwadratische verbanden
De grafiek noem je een parabool
Dalparabool: getal voor de x^2 is positief (rood)
Slide 9 - Diapositive
kwadratische verbanden
De grafiek noem je een parabool
Dalparabool: getal voor de x^2 is positief
Getal voor de x^2 is negatief: ???
Slide 10 - Diapositive
kwadratische verbanden
De grafiek noem je een parabool
Dalparabool: getal voor de x^2 is positief
Getal voor de x^2 is negatief: Bergparabool
Slide 11 - Diapositive
kwadratische verbanden
Kromme
Top
Slide 12 - Diapositive
Wedstrijdje
Groepjes van 3/4 (ik maak groepjes)
Elke groepje krijgt één opdrachten blad (dubbelzijdig)
Maak samen zo snel mogelijk de opgaven. Lever ze bij mij in. Wie het eerst alles goed heeft wint.
Als een ander groepje inlevert, gaat jouw groepje gewoon door
Prijs? Komt vrijdag :)
Slide 13 - Diapositive
De groepen:
1: Maaike, Renske Sven
2: Aurea, Sanne, Tarik
3: Elise-Marie, Silke, Luuk
4: Simon, Yuka, Thirza V
5: Anouk, Mika, Fay
6: Ann-Marin, Sophie, Hossein
7: Lieke, Pim, Tirza B
8: Jasmijn, Tim, Sterre
9: Jip, Tristan, Tessa
Ga bij elkaar zitten (zet de tafels in groepjes)
Slide 14 - Diapositive
Alle bladeren inleveren
Spullen erbij pakken (blijf zitten waar je zit)
Slide 15 - Diapositive
Vragen?
Over de opgaven tot nu toe
Slide 16 - Diapositive
3.5 variabelen
De waarde van x en y kunnen variëren, x en y zijn variabelen
Nu was het een verband tussen de x- en de y-as
Je kan een verband tussen alles zoeken
Bijvoorbeeld tussen snelheid en afstand
Geen woorden maar letters (kies logisch): s en a
De letters in een formule noem je de variabelen
Voorbeeld bladzijde 78
Slide 17 - Diapositive
Tabellen en grafieken
Kan ook bij andere variabelen dan x en y
Tabel: variabelen die je invult boven in (x), variabelen die je uitrekent onderin (y)
Grafiek: variabelen die je invult op de horizontale as(x), variabelen die je uitrekent op de verticale as(y)
Slide 18 - Diapositive
Tabellen en grafieken
Soms heeft de formule alleen betekenis voor bepaalde waarden, dan ga je de punten niet verbinden (blz 78)
Teken voor een lineaire grafiek tenminste 3 punten voor je een lijn trekt
Teken bij een kwadratisch verband tenminste 7 punten voor je een kromme tekent.
Slide 19 - Diapositive
Aan de slag (af voor di 24-11-20)
Maak: 3.4: 47 t/m 52
3.5: 54 t/m 56 + 58 t/m 63
Klaar? Nakijken
Helemaal klaar? Start samenvatten (vanaf 3.1)
Je gaat rustig aan het werk!
Heb je een vraag: Lees je aantekeningen door, lees de uitleg in het boek en/of overleg op fluistertoon met je buurman / buurvrouw vóór je je vinger opsteekt.