bijvoeglijk naamwoord

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Bienvenue!

je suis présent (m- enkelvoud)

je suis présente (v-enkelvoud)

Job et Sam sont présents (m-meervoud)

Merle et Fleur sont présentes (v-meervoud)

Pak je aantakeningenschrift OF

open je document "aantekeningen Frans"

lesdoel: je weet hoe je het bijv. nw gebruikt in een zin

Maak de opdrachten die klaarstaan in Learnbeat.

Klaar? Schrijf het huiswerk in je agenda en start met het leren van voca appr 6.

vidéo 

het bijvoeglijk naamwoord

staat ook in learnbeat

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een ...

Het bijvoeglijk naamwoord

Un garçon français.                     Een Franse jongen.

Une fille française.                       Een Frans meisje.

In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord vaak ... het zelfst. nw.

bijv nw die ervóór komen

joli - leuk, bijv. une jolie fille

grand - groot ,  bijv. un grand homme

petit - klein

bon- goed

beau - mooi

nouveau - nieuw

vieux - oud

Een bijvoeglijk naamwoord dat bij een vrouwelijk woord hoort krijgt een extra ...

1. e
2. s

Ken je dit schema nog?

Het bijvoeglijk naamwoord

Un pantalon rouge.           -->           Une robe rouge.

Un garçon français.          -->           Deux garçons français.

• Geen extra -e, wanneer het mannelijk enkelvoud al eindigt op een -e.
• Geen extra -s, wanneer het mannelijk enkelvoud al eindigt op een -s of een -x.

Kies de juiste vorm:
Elle a une ___ jupe.

1. joli
2. jolie

Kies de juiste vorm:
La série est ___.

1. intéressant
2. intéressante

Kies de juiste vorm:
C'est une ___ actrice.

1. grand
2. grande

Kies de juiste vorm:
Elle a deux chats (m) ___ .

1. noirs
2. noir

bijzondere vormen kijk in je boek, 2 h wijkt af

mannelijk      -            vrouwelijk

oud: vieux -                 vieille

nieuw: nouveau-     nouvelle

mooi: beau -              belle

wit: blanc-                  blanche

gek: fou -                    folle

lang: long-                 longue

Le sac est

1. nouveau
2. nouvelle

La grand-mère est...

1. vieille
2. vieux

zelfstandig werken

Kijk in Learnbeat week 20 voor de opdrachten

2TL: unité 3.5 exercices 16 allemaal tot en met 16F1

2H: unité 3.5 exercices 16 allemaal tot en met 16 E

Klaar? Leer de woordjes van apprendre 8

devoirs volgende week

leren apprendre 8

leren: de bijvoeglijke naamwoorden