K4 don 09-09 gramm en ww-spelling

Schrijf de volgende zinnen op

2. Mijn beste vriend gaf zijn vriendin een iPhone voor de verjaardag.

3. Afgelopen zaterdag heeft die jongen veel bier gedronken.
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Schrijf de volgende zinnen op

2. Mijn beste vriend gaf zijn vriendin een iPhone voor de verjaardag.

3. Afgelopen zaterdag heeft die jongen veel bier gedronken.

Slide 1 - Diapositive

Stappenplan ontleden
1. Persoonsvorm zoeken, de PV onderstrepen en tussen strepen zetten
2. Werkwoordelijk Gezegde zoekenlle werkwoorden (ook PV!). Tussen strepen zetten
3. Onderwerp zoeken: Wie/wat doet er iets? Tussen strepen zetten
4. Lijdend Voorwerp zoeken: Wat doet het Onderwerp? Wie lijdt er? Tussen strepen zetten
5. Meewerkend Voorwerp zoeken: Aan wie geeft het Ondewerp iets? Voor wie doet het Onderwerp iets? Tussen strepen zetten
6. BijWoordelijke Bepaling: Wat overblijft: Plaats, tijd, enzovoort.
 

timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

Werkwoordspelling TT
Tegenwoordige tijd

Ik loop                       Ik bied 
Jij/hij loopt              Jij/hij biedt
Wij lopen                  Wij bieden

NOOIT EEN -D ERACHTER PLAKKEN!

Slide 3 - Diapositive

Verleden tijd - Zwakke werkwoorden
Verleden tijd --> Veranderen niet van klank!
Ik veeg - ik veegde
Ik herken - ik herkende
Wij merken - wij merkten
Goed luisteren of er -de(n) of - te(n) achter de stam moet plakken!

Slide 4 - Diapositive

Maak nu het eerste werkblad
timer
7:00

Slide 5 - Diapositive

Verleden tijd - Sterke werkwoorden
Verleden tijd --> Veranderen van klank!
Ik zwem- ik zwom
Ik loop - ik liep
Wij bijten - wij beten

Goed luisteren, we horen hoe het moet!

Slide 6 - Diapositive

Maak nu het tweede werkblad
timer
7:00

Slide 7 - Diapositive

PAUZE 11.50 - 12.00 uur

Slide 8 - Diapositive

5 minuten werkblad afmaken en nakijken
timer
5:00

Slide 9 - Diapositive

Domino Day
1. Wat vond je bijzonder aan dit verhaal?
2. Was er iets dat je niet leuk vond aan dit verhaal?
3. Was er iets dat je verraste?
4. Wat snapte je niet?

Slide 10 - Diapositive

Domino Day
1. Over wie gaat het verhaal? Wie is de hoofdpersoon?
2. Welke personen zijn er nog meer?
3. Welk persoon vind je niet aardig? 
4. Wat vind je van de acties van de hoofdpersoon?
5. Hoe verwacht je dat het verder gaat met de moeder?

Slide 11 - Diapositive

Nieuws

Slide 12 - Diapositive