hv1 lezen week 11 herhaling

Lesdoel:
Herhalingsles.

Weet ik alles wat we behandeld hebben?
Heb ik nog extra hulp nodig?
Waar moet ik nog aan werken?
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lesdoel:
Herhalingsles.

Weet ik alles wat we behandeld hebben?
Heb ik nog extra hulp nodig?
Waar moet ik nog aan werken?

Slide 1 - Diapositive

Nederlands
Pak meteen je Nederlandse boek/ schrift & leesboek.
Daarna start je met stillezen.

Slide 2 - Diapositive

Planning:
Stillezen
Doelen bespreken
Per doel: wat weet je nog?
Zelfstandig werken.
Evaluatie
https://mijnles.nu/invullen
pin: GYUK859



Slide 3 - Diapositive

Wat is het doel van de inleiding?

Slide 4 - Question ouverte

Op welke 4 manieren kan de schrijver zijn tekst inleiden?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het doel van het slot van een tekst?

Slide 6 - Question ouverte

Op welke 3 manieren kan een schrijver zijn tekst afsluiten?

Slide 7 - Question ouverte

Inleiding-middenstuk-slot
Inleiding: Doel: lezer nieuwsgierig maken naar de tekst. Manieren:

  1. Het onderwerp aankondigen
  2. een kort, grappig of bijzonder verhaaltje vertellen
  3. Een of meer vragen stellen
  4. de aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen

Slide 8 - Diapositive

Middenstuk:

Verschillende alinea's met per alinea een deelonderwerp

 Verschillende alinea's met daartussen een witregel. Hierboven staat een tussenkopje.
Slot:

Doel: tekst afsluiten

Manieren:
  1. Een korte samenvatting van de tekst
  2. een conclusie van de tekst
  3. een advies

Slide 9 - Diapositive

Inleiding, middenstuk, slot

Slide 10 - Diapositive

Wat is de kernzin van de alinea?

Slide 11 - Question ouverte

Waar staat de kernzin meestal?

Slide 12 - Question ouverte

Kernzin:
Het middenstuk bestaat uit verschillende alinea's die bij de deelonderwerpen horen. Een goed opgebouwde alinea heeft altijd een kernzin. Hier staat de belangrijkste mededeling van de alinea. Staat meestal vooraan. Het is dan de eerste of de tweede zin. Soms staat de kernzin achteraan. De andere zinnen zijn voorbeelden of een toelichting bij de kernzin.

Slide 13 - Diapositive

De kernzin:
  • Bevat de belangrijkste informatie van een alinea
  • Staat meestal aan het begin óf aan het einde van de alinea
  • De rest van de alinea bestaat dan uit toelichting en/of voorbeelden 

Slide 14 - Diapositive

Wat zijn hoofdzaken?

Slide 15 - Question ouverte

Uitzonderingen:
  1. Een alinea bevat géén kernzin. Alles is belangrijk. Bijvoorbeeld in een schoolboek.
  2. De kernzin is de tweede zin, de eerste zin is dan een inleidende zin.
  3. De kernzin staat in het midden van de alinea
  4. Er zijn twee kernzinnen. De belangrijke informatie is dan verdeeld over meer zinnen.  

Slide 16 - Diapositive

Wat zijn bijzaken?

Slide 17 - Question ouverte

Hoofd- en bijzaken
  1. De belangrijkste zaken noem je de hoofdzaken.
  2. Minder belangrijke zaken, zoals uitleg/ toelichting en voorbeelden noem je bijzaken.
Als je op zoek gaat naar de hoofdzaken dan lees je de tekst eerst globaal. Je leest dan:
  1. de eerste alinea
  2. de kernzinnen van de alinea's. In de kernzin staat meestal de hoofdzaak.
  3. De laatste alinea.

Slide 18 - Diapositive

Wat is de hoofdgedachte?

Slide 19 - Question ouverte

De hoofdgedachte:
Als je het onderwerp en de hoofdzaken  met elkaar verbindt kun je meestal in één zin de hoofdgedachte van de tekst aangeven. 

De hoofdgedachte = de samenvatting van het onderwerp + de hoofdzaken, geformuleerd in één zin.

Slide 20 - Diapositive

Hoe heet ons deel van de klas? (geen eigen namen):

Slide 21 - Question ouverte