routines thema Vrije tijd

• NT2
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Wat mag en wat moet?

Thema Vrije tijd

Bouwstenen: routines

Wat doe jij in je vrijde tijd?

Vandaag leer je hoe je kunt praten over hobby’s en vrije tijd.

Je leert:

• Hobby’s benoemen.
• Vragen stellen en antwoorden geven over hobby’s.

Veel succes!

Routines

Wat doe jij in je vrije tijd?

Wat zijn je hobby’s?

Welke hobby’s heb je?

Wat voor hobby’s heeft jouw zus?

Zit je op een sport?

Op welke sport zit je?

Doe je aan sport?

Op wat voor sport zit je broer?

Ik vind het leuk om te koken en ik speel gitaar.

Ik maak graag foto’s.

Zij leest veel en ze danst graag.

Ik zit op voetbal.

Hij tennist.

Hij speelt handbal.

Wat doe je in je vrije tijd?

1. Zij leest veel en danst graag.
2. Ja, ik vind het leuk om te koken.
3. Hij tennist
4. Ik maak graag foto's

Zit je op een sport?

1. Zij leest veel en danst graag.
2. Ja, ik vind het leuk om te koken.
3. Ik zit op voetbal.

Wat voor hobby's heeft je zus?

1. Zij leest veel en danst graag.
2. Ja, ik vind het leuk om te koken.
3. Hij zit op tennis.

Ik ..... op voetbal.

1. doe
2. speelt
3. zit
4. welke

Hij .... handbal.

1. doe
2. speelt
3. zit
4. welke

..... hobby's heb je?

1. Heb
2. Wat voor
3. Zit
4. Op welke

Wat ... je in je vrije tijd?

1. doe
2. speelt
3. zit
4. welke

Zij ...... handbal

1. doe
2. speelt
3. zit

vragen:

Welke.....

Wat voor ....

Op wat voor.....

Wat .....

Op welke ....

Zit....

Doe....

Speel .....

Hebben ...

Antwoorden:

Ik speel ........     / Hij speelt....

Ik zit op ........     /  Zij zit op....

Ik doe .......    /  Hij doet....

Oefen in tweetallen.

Ik ken de betekenis van de zinnen.

010

Vind je de routines moeilijk of makkelijk?

😒🙁😐🙂😃