H4.2 deel 2

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Mens en Maatschappij Hoofdstuk: H4.2 deel 2
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.	Arrangementen
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgend doel

- Je leert over nieuwe energiebronnen.

- Je leert over het ontstaan van stoommachines.

- Je leert over het werken in fabrieken en de bijbehorende begrippen werkgevers en werknemers.

- Je leert over de industriële revolutie.

- Je leert over het ontstaan van de spoorlijnen en wat dit met de afzetmarkt te maken heeft. 

3. Mini-check

Wat is een afzetmarkt

1. een markt waar je wordt afgezet (=teveel betalen voor producten)
2. Gebied waar je producten kunt verkopen
3. Plek waar je producten kunt kopen
4. plek waar je mensen kunt afzetten(=teveel vragen voor producten)

De stoommachines was...

1. een goedkopere en betere oplossing dan oude energiebronnen
2. was alleen maar voor de rijke arbeiders
3. Voordeliger dan slaven

Wat is de industriële revolutie?

1. Milieuproblemen die ontstaan door de industrie
2. Een opstand van mensen die in fabrieken werkten
3. boeren die in de wintermaanden thuis stof weven
4. Grote verandering waarbij veel mensen in fabrieken gingen werken

4. Instructie

Voor de industiële revolutie

Huisnijverheid: het thuis maken van goederen door ambachtslieden en boeren.

Voor de industriële revolutie

Oude energiebronnen:

1. spierkracht
2. dierkracht
3. waterkracht
4. windkracht

nieuwe energiebronnen

De stoommachine:

apparaat dat aangedreven

wordt door hete damp van

kokend water.

Gevolgen uitvinding stoommachine:

• bouw van fabrieken, machines zijn te groot geworden.
• veel productie in korte tijd.
• goedkoop produceren, lage lonen
• huisnijverheid houdt op te bestaan; kunnen niet meer concurreren met de fabrieken.
• vervoer ging sneller (stoomtrein, stoomboot)

Na de industriële revolutie

• Machines doen het meeste werk i.p.v. mensen.
• Mensen werken in fabrieken met machines.
• Lage lonen, slechte arbeidsomstandigheden, kinderarbeid.

5. Begeleid inoefenen

Doorloop de opdrachten en bronnen op blz. 17 t/m 19.

6. Zelfstandig werken

Maak opdracht 7 t/m 12 op blz. 17 t/m 19.

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Heb je nog vragen of loop je nog ergens tegen aan?

Wat is een stoommachine?

1. Een machine die stoomt
2. Een machine die een wiel kon laten draaien

Wat is de industriële revolutie ?

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Lukt het je om vragen die woorden gesteld uit een tekst te halen?

Heb je nog ergens hulp bij nodig?