Schakelingen 9.1 weerstand K4 les 2

Weerstand
grote weerstand
kleine weerstand
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Weerstand
grote weerstand
kleine weerstand

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H9: Schakelingen 
§ Introductie voorkennis
          § 9.1 Weerstanden

          § 9.2 LDR en NTC
          § 9.3 Schakelen met een relais 
          § 9.4 Elektronische schakelingen

          

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesprogramma
  1. Boekje van Practicum.
  2. Terugblik
  3. Leerdoelen
  4. Voorkennis ophalen
  5. Huiswerk
  6. Nabespreking
  7. Afsluiting 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schakelingen H9
Nova code:

klascode 455346

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik 
  1. Je kunt rekenen met de eenheid van stroomsterkte.
  2. Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet.
  3. Je kunt de symbolen herkennen die je gebruikt om een schakelschema te maken.
  4. Je kunt het verschil uitleggen tussen een serie- en parallelschakeling.
  5. Je kunt beschrijven welke twee gevaren het gebruik van elektriciteit met zich meebrengt.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 9.1 weerstand
  1. Je kunt toelichten wat wordt bedoeld met de weerstand van een schakelonderdeel.
  2. Je kunt uitleggen hoe je de totale weerstand van een stroomkring groter kunt maken.
  3. Je kunt beschrijven hoe je de weerstand van een schakelonderdeel kunt bepalen.
  4. Je kunt berekeningen uitvoeren met de spanning, de stroomsterkte en de weerstand.
  5. Je kunt beredeneren of de wet van Ohm van toepassing is op een schakelonderdeel.
  6. Je kunt uit de kleurcode op een weerstandje afleiden hoe groot zijn weerstandswaarde is.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weerstand

De weerstand is de moeite waarmee elektronen (stroomsterkte) door een apparaat gaan.


Ieder apparaat (en ook stroomdraad) heeft een weerstand.

De weerstand geven we de letter R en het symbool ohm        


Geleidende materialen hebben een kleine (soortelijke) weerstand.

Isolatoren hebben een grote (soortelijke) weerstand.

Ω

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weerstand (R)
Een apparaat levert weerstand.
Des te groter de weerstand, 
des te kleiner de stroomsterkte wordt.



U = I x R                          I = U : R                                R = U : I
grootheid
symbool
eenheid
symbool
weerstand
R
Ohm

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wet van Ohm

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ohmse weerstand
Deze weerstand is ohms:

Rechtevenredig verband: dus R heeft een vaste waarde.

De waarde van schakelonderdeel is steeds even groot.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wet van Ohm

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Filmpje Wet van Ohm

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De weerstand
  • Een weerstand wordt gemaakt door een dun laagje koolstof op een glasstaafje aan te brengen.

  • Hoe dunner het laagje koolstof, des te hoger de weerstand.

  • Als de temperatuur hoger wordt, dan wordt de weerstand hoger.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een weerstand

Hier staat een voorbeeld van een weerstand.

Let op de ringen. Deze weerstand heeft vier ringen, er zijn ook weerstanden met vijf ringen.

De ringen hebben een betekenis welke een

codering is voor de grootte van de weerstand.


We hebben ring 1, 2 (en soms 3)

Daarnaast ring A en B

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleurcode weerstand
Wat is de weerstand en 
hoe groot is de afwijking?

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleurcode weerstandje
kleuren bekijken van links naar rechts

  • ring 1 = groen = 5
  • ring 2 = blauw = 6
  • ring 3 = bruin = 1 nul
  • ring 4 = goud = +/- 5%

  • weerstand = 560 Ω +- 5%
  • de weerstand kan dus in werkelijkheid tussen 532 Ω en 588 Ω liggen (5% van 560 is 28)

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Maak opdracht 1 t/m 6 van paragraaf 9.1 weerstand.
Je mag samenwerken.
Ga daarna door met 1 tm 7 par 9.2  en 1 tm 9 par 9.3

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nabespreken 
Antwoorden opdrachten

Slide 18 - Diapositive

Wetenschap is het opdoen van kennis en deze toepassen.
Natuurwetenschappers kijken naar de natuurlijke wereld, en nemen verschijnselen waar. En proberen die te verklaren en te voorspellen.
Ze doen ONDERZOEK en ontdekken zo nieuwe dingen over de natuur om ons heen.
Techniek wordt gebruikt om die kennis in uitvindingen toe te passen

Verschil Natuurkunde en Scheikunde: tijdelijk en blijvende veranderingen: Je kan het niet meer terug krijgen in de oude staat.
Eigenlijk IS scheikunde ook natuurkunde, maar dan specifiek gericht op stoffen en hoe die met elkaar reageren DUS een blijvende verandering



Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting: we weten....
  1. Je kunt toelichten wat wordt bedoeld met de weerstand van een schakelonderdeel.
  2. Je kunt uitleggen hoe je de totale weerstand van een stroomkring groter kunt maken.
  3. Je kunt beschrijven hoe je de weerstand van een schakelonderdeel kunt bepalen.
  4. Je kunt berekeningen uitvoeren met de spanning, de stroomsterkte en de weerstand.
  5. Je kunt beredeneren of de wet van Ohm van toepassing is op een schakelonderdeel.
  6. Je kunt uit de kleurcode op een weerstandje afleiden hoe groot zijn

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik snap de leerdoelen:

Je kunt toelichten wat wordt bedoeld met de weerstand van een schakelonderdeel.
Je kunt uitleggen hoe je de totale weerstand van een stroomkring groter kunt maken.
Je kunt beschrijven hoe je de weerstand van een schakelonderdeel kunt bepalen.
Je kunt berekeningen uitvoeren met de spanning, de stroomsterkte en de weerstand.
Je kunt beredeneren of de wet van Ohm van toepassing is op een schakelonderdeel.
Je kunt uit de kleurcode op een weerstandje afleiden hoe groot zijn
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje....

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting
Volgende les:

Huiswerk:
1. Maak thuis de opdrachten af! 9.1 tm 9.3

Dank voor jullie aandacht!

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions