HC - Verlichting - herhaling

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

HC Verlichting

Afronding 

Afronding

Deze les vormt een afsluiting op de HC Verlichting. De onderwerpen die centraal stonden, komen nog een keer langs, te weten:

- Verlichting

- Absolutisme

- Franse Revolutie

- Invloed op politiek in 19de eeuw

Deelvragen

Deze historische context bestond uit de volgende deelvragen:

- Welke ideeën ontstonden tijdens de Verlichting over de ideale samenleving, 1650 - 1789?

- In welke mate is de Franse Revolutie verlicht te noemen, 1789 - 1815?

- Welke invloed had de Verlichting op de politieke cultuur, 1815 - 1848?

Deelvraag 1: ideeën Verlichting over ideale samenleving

Verplichte voorbeelden:

- Kant: definitie van verlichting + gevaren rationalisme

- Locke & Rousseau: sociaal contract

- Spinoza: invloed God op dagelijks leven

- Voltaire: vrijheid van denken + rol staat

Leg in eigen woorden uit wat "de verlichting" betekent.

Maatregel pas wel bij een verlicht absoluut vorst

Maatregel past niet bij een verlicht absoluut vorst

De vorst verhoogt de belasting op grond en gebouwen; de kerk hoeft deze belasting niet te betalen:

De vorst benoemt John, de zoon van een timmerman, tot kapitein in het leger vanwege zijn kwaliteiten

Om overstromingen in de toekomst te voorkomen, richt de vorst een instituut van waterbouwkunde op

De vorst besluit dat burgers in steden met meer dan 10.000 inwoners hun eigen bestuur mogen kiezen

Om welke reden schaften sommige verlichte vorsten wel bepaalde privileges van de kerk af, zoals vrijstelling van het betalen van bepaalde belastingen, maar niet de privileges van de adel?

1. De adel bezat militaire macht, de kerk niet. De kerk kon zich daardoor moeilijker verdedigen tegen een koning.
2. De kerk was rijker dan de adel en was daardoor een belangrijk doelwit van verlichte vorsten op zoek naar geld.
3. Het volk luisterde vooral naar de adel, niet naar de kerk. De kerk kon dus gemakkelijker worden aangepakt.
4. Veel verlichte vorsten moesten weinig van religie hebben. De macht van de kerk moest daarom worden verkleind.

Heb je nog vragen over deze deelvraag? Is er nog iets onduidelijk?

Deelvraag 2: hoe verlicht is de Franse revolutie?

Verplichte voorbeelden:

- Cahiers des doléances (1789)

- Wet Le Chapelier (1791)

- Proces van 'burger Capet' (1792)

- Code Napoleon (1804)

Gebruik bron 7.

De Cahiers des Doléances hebben zowel onbedoelde als bedoelde gevolgen voor het ancien regime.

Licht dit toe door aan te geven:

− welk doel het ancien regime met de Cahiers voor ogen had en

− welk onbedoeld gevolg dit heeft.

Geef het antwoord op de volgende slide (evt met foto als je het liever op papier maakt).

Geef hier het antwoord op de vorige vraag.

Gebruik bron 7 nog een keer.

Een interpretatie:

De opstellers van dit Cahier zullen tevreden zijn geweest met de Grondwet van 1791.

Leg met een verwijzing naar de bron hun tevredenheid uit.

Geef hier het antwoord op de vorige vraag.

Welke groep was de gematigde groep binnen de Franse revolutionairen?

1. Jacobijnen
2. Girondijnen

Gebruik bron 8

Een interpretatie:

De standpunten van de Vaderlandsche Sociëteit zijn beïnvloed door de ideeën van de Jacobijnen.

Licht deze interpretatie toe door twee ideeën van de Jacobijnen te noemen en elk idee te verbinden met een standpunt van de Vaderlandsche Sociëteit uit de bron.

Geef het antwoord op de volgende slide (evt met foto als je het liever op papier maakt).

Geer hier het antwoord op de vorige vraag (evt. met foto van je antwoord)

Geef antwoord op de deelvraag.
In welke mate vind jij de Franse Revolutie verlicht?

Heb je nog vragen over deze deelvraag? Is er nog iets onduidelijk?

Deelvraag 3: invloed op politieke cultuur

Verplichte voorbeelden:

- Verdrag van Verona (1822)

- Belgische Opstand (1830)

- Frankfurter Parlement (1848)

Waar denk jij allemaal aan
bij de term 'Restauratie'?

Leg het verband uit tussen de democratische revoluties en de opkomst van nieuwe politieke stromingen in de 19e eeuw zoals het liberalisme en het nationalisme

Leg uit waardoor het marxisme en nationalisme elkaars 'aartsvijanden' waren.

Heb je nog vragen over deze deelvraag? Is er nog iets onduidelijk?

Kahoots

Om te oefenen met deze context kun je een kahoot doen. Zie de link in de volgende slide!

https: