Incongruentie

Formuleerfouten
Lesdoel:
Ik kan een incongruentie herkennen.
Ik kan een incongruentie verbeteren. 

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Formuleerfouten
Lesdoel:
Ik kan een incongruentie herkennen.
Ik kan een incongruentie verbeteren. 

Slide 1 - Diapositive

Incongruentie
  • Onderwerp en persoonsvorm hebben een ander getal
  • Zoek het onderwerp -> ev/mv? (Kijk naar het belangrijkste woord)
  • Zoek de persoonsvorm -> ev/mv?
  • Verbetering: pas de pv aan aan het ow

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Quizje
Beantwoord de volgende 16 vragen: welk pv is correct (vul deze in)?

Slide 4 - Diapositive

1. Zowel Jan als Piet wilde/wilden het antwoord weten.

Slide 5 - Question ouverte

2 Noch Jan, noch Piet wist/wisten het correcte antwoord.

Slide 6 - Question ouverte

3 Een groot aantal leerlingen wist/wisten niet wat het goede antwoord was.

Slide 7 - Question ouverte

4 Vele kinderen is/zijn het volkslied aangeleerd

Slide 8 - Question ouverte

5 Moest/moesten de leerlingen het naamwoordelijk gezegde worden uitgelegd?

Slide 9 - Question ouverte

6 Een woedende menigte voetbalsupporters heeft/hebben een aantal winkelruiten vernield.

Slide 10 - Question ouverte

7 Het clubje heren was/waren nog lang niet uitgepraat.

Slide 11 - Question ouverte

8 Of Justin Bieber of One direction zal/zullen moeten afvallen bij 'the Voice'.

Slide 12 - Question ouverte

9 De media is/zijn volgens Trump niet te vertrouwen omdat ze nepnieuws verspreidt/verspreiden.

Slide 13 - Question ouverte

10 De Verenigde Staten heeft/hebben besloten de geldkraan dicht te draaien.

Slide 14 - Question ouverte

11 De omstanders werd/werden gevraagd plaats te maken.

Slide 15 - Question ouverte

12 Hij woonde in een van de huizen die daar staat/staan.

Slide 16 - Question ouverte

13 De politie en overheid zal/zullen meer controle invoeren.

Slide 17 - Question ouverte

14 Een van de weinigen die daar werkt/werken, is/zijn zich bewust van de werklast.

Slide 18 - Question ouverte

15 Een zwerm bijen achtervolgde/achtervolgden de jongen.

Slide 19 - Question ouverte

16 Floor was/waren de regels duidelijk gemaakt.

Slide 20 - Question ouverte

dat/als-constructie
  • Een bijzin van voorwaarde mag niet midden in een bijzin geplaatst worden, maar moet achteraan gezet worden. 
  • Bijzin van voorwaarde is te herkennen aan 'als/wanneer/in het geval van/indien'
  • Verbetering: zoek de bijzin van voorwaarde
  • Haal deze uit de bijzin en plaats deze achteraan
  • Let op verwijswoorden (eerst antecedent noemen, daarna verwijswoorden)

Slide 21 - Diapositive

verbetering dat/als-constructie

Daarom vind ik dat als films schokkende beelden bevatten of vormen van ernstig geweld, ze niet voor tien uur ’s avonds moeten worden uitgezonden. 
Daarom vind ik dat ze niet voor tien uur 's avonds moeten worden uitgezonden als films schokkende beelden bevatten of vormen van ernstig geweld. 
Daarom vind ik dat films niet voor tien uur 's avonds moeten worden uitgezonden als ze scokkende beelden bevatten of vormen van ernstig geweld. 

Slide 22 - Diapositive

Quizje
Zoek eerst de bijzin van voorwaarde (deze start met als/wanneer/in het geval van/indien;
Je krijgt vijf zinnen. Noteer van iedere zin de bijzin van voorwaarde.  

Slide 23 - Diapositive

Ik denk, dat als de minister vindt dat er te veel geweld op tv is, hij dan maatregelen moet nemen.

Slide 24 - Question ouverte

De schoolleiding heeft besloten dat wanneer leerlingen gaan staken, zij dan de lessen moeten inhalen.

Slide 25 - Question ouverte

Ik vind, dat wanneer de overheid niets tegen de files doet, dan het bedrijfsleven de problemen moet aanpakken.

Slide 26 - Question ouverte

Uit het onderzoek blijkt dat als er niet snel iets gedaan wordt, de toestand zal verslechteren.

Slide 27 - Question ouverte

Denk je dat als je wilt voorkomen dat je fiets door iemand anders wordt meegenomen, het voldoende is hem op slot te zetten?

Slide 28 - Question ouverte

Opdracht
Maak opdracht 11 en 12 in je boek! 
Telefoons gaan in de telefoontas! 

Slide 29 - Diapositive