Atlas van de toekomst

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Atlas van de toekomst

Project 2040

Leerdoelen van de opdracht

1. Na het maken van de opdracht kun je trends benoemen binnen de thema’s bevolking, klimaat, technologie en werk.
   
2. Na het maken van de opdracht kun je zelf een trend benoemen die nog niet aan bod is geweest.
   
3. Tijdens de opdracht kun je middels een brainstormsessie mogelijke scenario’s voor de toekomst bedenken.
4. Je kunt de informatie die je hebt geleerd en gevonden verwerken in een creatief eindproduct.

nos.nl

Scenario A: Groen en concentratie Duurzame stad

1. We wonen dicht bij elkaar in de stad.
2. We consumeren minder en ruilen
   
3. lenen en hergebruiken meer.
   
4. We produceren lokaal en regionaal in een kringloop
   van hergebruik van grondstoffen, water en energie.
5. We fietsen steeds meer en delen auto’s.
   
6. Een gezonde omgeving is belangrijk.
   
7. Energie is duur en moeten we zo duurzaam mogelijk maken
   
8. Ook in de stad kunnen we ons eten verbouwen.
   
9. We moeten onze gebouwen en straten, parken en pleinen aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering.
   

Duurzame stad

Scenario B: Groei en concentratie Metropool

1. Mensen zoeken elkaar op om op de belangrijkste en rijkste plek van het land te zijn.
   
2. Competitie met andere wereldsteden is belangrijk.
   
3. De economie van ons land is internationaal georiënteerd.
   
4. Economische groei is het doel, we hebben graag veel spullen en luxe.
   
5. Nederland moet aantrekkelijk zijn voor zoveel mogelijk grote bedrijven en talentvolle mensen uit het buitenland.
   
6. Nederland moet bereikbaar zijn vanuit de hele wereld.
   
7. We gaan zelf op reis, we vervoeren nog meer goederen van over de hele wereld en moeten blijven investeren in infrastructuur.
   
8. We hebben veel goedkope energie nodig.
   
9. We verdienen genoeg geld om ons tegen de gevolgen te beschermen. Acceptatie
   

Metropool

Scenario C: Groen en spreiding Waterland

1. In kleinere gemeenschappen kun je beter delen, samenwerken en voor elkaar zorgen.
   
2. Steeds meer mensen en bedrijfjes vestigen zich op het platteland.
   
3. We consumeren minder en ruilen, lenen en hergebruiken meer.
   
4. Een gezonde en natuurlijke omgeving is belangrijk.
   
5. Landbouw(ecologisch verantwoord), natuurbeheer en recreatie komen samen voor op het platteland.
   
6. We produceren zoveel mogelijk voedsel dichtbij.
   
7. Energie is duur en moeten we zo duurzaam mogelijk in de buurt opwekken.
   
8. Met behulp van internet en technologie zijn we verbonden met de rest van de wereld.
   
9. Duurzaam transport geeft ons de mogelijkheid ons te verplaatsen.
   
10. We moeten ons aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering en zorgen dat we veilig leven met het water.

Waterland

Scenario D: Groei en spreiding :Slimme steden en netwerken

1. Competitie met het buitenland is belangrijk.
   
2. De economie van ons land is internationaal georiënteerd.
   
3. Economische groei is het doel en we hebben graag veel spullen en luxe.
   
4. Nederland moet aantrekkelijk zijn voor grote bedrijven en werknemers.
   
5. Grote en kleine steden hebben hun eigen specialisaties.
   
6. Infrastructuur is heel goed, en via digitale sociale netwerken kun je
   heel goed samenwerken, ook internationaal.
   
7. We hebben goedkope energie nodig voor de economie.
   
8. We verzinnen steeds nieuwe (technologische) oplossingen om ons tegen klimaatverandering te beschermen.
   

Smart cities

Eindproducten

1. Kaart van Nederland volgens een van de scenario's
2. Tekening of collage van hoe het leven er in dit scenario uit ziet.

Starten met de opdracht

1. Kies een scenario met je groepje
2. Brainstormen: Kruip in de huid van iemand die in dit scenario leeft. Hoe ziet het er uit? Denk aan vervoer, werk, recreatie, zorg, energie etc.…
3. Gebruik alle mogelijkheden om aan informatie te komen. (lesboeken/lessonups/artikelen/filmpjes...)
4. Maak een mindmap. Dit is een lijst van steekwoorden, tekeningetjes tekst etc.….

Verder met de opdracht

1. Verdeel de taken. Ga thuis verder met uitwerken.
2. Let op. Bespreek wat je nodig hebt. Geef het aan als ik iets kan regelen.
3. Begin met informatie verzamelen. We hebben een paar lessen waarin we de informatie kunnen verwerken.
4. INLEVEREN: uiterlijk 12 november 2021> in postvak BAKJO.
5. Je wordt beoordeeld op: netheid, samenwerking, op tijd inleveren, creativiteit maar bovenal op hoeveel lesstof jullie er in verwerken.
6. Dit is een formatieve toets. Dat houd in, geen cijfer maar een onvoldoende/voldoende of goed, dit staat wel in magister.
   Bij onvoldoende krijg je één herkansing.