Jeelo 3480: Redder op zee

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Lien

Stop de film bij 1.10min.
Redder op zee.
Wat weet jij daar al van?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel van de les

Lesdoel: Je weet dat er speciale hulpdiensten zijn om mensen op zee 
te redden.

Leesdoel: Je leert hoe je vragen kan stellen over een bron.
(Eventueel) Tijdens de weektaak: 
Je leert met behulp van een schrijfplan een verhaal schrijven.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eerst een paar moeilijke woorden:




abseilen, klif, brancard, parachute

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak met twee moeilijke woorden
een zin:

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De juf leest voor...
Lees mee en 
onderstreep moeilijke woorden. 

Welke woorden heb je onderstreept?

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In de tekst staat ' Mensen die op zee gered worden, hebben meestal vlug medische hulp nodig.' Waarom is dat, denk je?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk beroep is volgens jou gevaarlijker: redder op zee of redder op land?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vaardigheden hebben redders op zee nodig?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak vragen over de tekst


1. De juf doet het voor.

Tip! 
Vragen beginnen vaak met:
Wie, wat, waar, hoe, wanneer of waarom.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf op je wisbordje:

2. Bedenk nog een vraag met je maatje.

3. Bedenk zelf nog een vraag.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Om redder op zee te worden volg je een opleiding. Welke vaardigheden heb je nodig voor de test?
A
Sterk en fit
B
Goed kunnen roeien
C
Dapper en vriendelijk
D
Goed kunnen klimmen

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke zin is juist?
A
De redders op zee hebben een opleiding tot arts gevolgd.
B
De redders op zee kunnen een slachtoffer net zo goed helpen als een ambulance hulpverlener.
C
De redders op zee zijn altijd vrouwen.
D
De redders op zee zijn hele slimme mensen en houden niet van bloed.

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De redders op zee moeten veel oefenen om fit te blijven.
Wat oefenen ze, denk je?
A
Touwklimmen en ringzwaaien
B
Reddend zwemmen en borstcrawl
C
Parachute springen en touwtje springen
D
Zeilen en roeien

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ga verder met stapper 1608
In de weektaak maak je in tweetallen stapper 1608:

Vul het werkblad in en schrijf een verhaal over 
een noodsituatie op zee.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions