Week 5

Planning les 1
SO verbeter moment
Herhalen 1.5
Oefening dropstaafjes
Test jezelf 1.5



1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Planning les 1
SO verbeter moment
Herhalen 1.5
Oefening dropstaafjes
Test jezelf 1.5



Slide 1 - Diapositive

Prinsjesdag en biologie?

Slide 2 - Diapositive

SO Verbeteren
Nodig (had je onvoldoende? samen met Mevr. Boender):
Kopie SO
Opdrachtenblad
Methode website

Doen: Ga op zoek naar je fouten en verbeter ze door gebruik boek/aantekeningen/docent.

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen 1.5

1.5.1 Je kunt beschrijven hoe een gewone celdeling (mitose) verloopt, wat het doel van de mitose is en wat de kenmerken ervan zijn.

Slide 4 - Diapositive

MITOSE

Slide 5 - Diapositive

mitose (6 stappen)

stap 1: kopiëren.  Voor de deling maakt elk chromosoom een kopie van zichzelf het kopie zit vast aan elkaar. 

stap 2: start kerndeling. De ketens van elk chromosoom spiraliseren. Dit betekend dat de DNA-ketens van een chromosoom zich oprollen als een spiraal. 

Slide 6 - Diapositive

mitose (6 stappen)

stap 3, 4 en 5: kerndeling. De twee DNA ketens van elk chromosoom gaat uit elkaar. Elke nieuwe kern bevat dus precies hetzelfde chromosoom (1 het origineel en 1 de gekopieerde versie)

stap 5 en 6: celdeling. Er vormt een nieuwe celmembraan tussen de 2 kernen. 

Slide 7 - Diapositive

Begrip van de week 1:
kerndeling
A
De celkern deelt zich in 2-en.
B
Het cytoplasma deelt zich in 2-en zodat 2 cellen ontstaan.
C
De gedeelde cellen vormen extra cytoplasma

Slide 8 - Quiz

Begrip van de week 2:
Dochtercellen
A
De cel die aan het begin van de mitose aanwezig is.
B
De cellen die ontstaan zijn na de mitose.

Slide 9 - Quiz

Aan de slag
Maak een 2-tal:
- Pak een opdrachtenblad.
-Beantwoord de vragen mbv theorie/aantekeningen.
-Laat controleren.
-Maak de dropveteropdracht.

Huiswerk: Test jezelf 1.5

Slide 10 - Diapositive

Planning les 2

samenvatting 1.6
opdrachten maken/bekijken groei tuinkers
Test



Slide 11 - Diapositive

Leerdoelen 1.6
1.6.1 Je kunt beschrijven hoe een reductiedeling (meiose) verloopt, wat het doel van de meiose is en wat de kenmerken ervan zijn.
1.6.2 Je kunt de verschillen in de bouw van zaadcellen en eicellen noemen.
1.6.3 Je kunt beschrijven hoe geslachtschromosomen het geslacht van een mens bepalen

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag
Maak een samenvatting van 1.6
Eisen de volgende begrippen staan erin:
Meiose, reductiedeling, geslachtscel, eicel, zaadcel, geslachtschromosomen, x-chromosoom, y chromosoom, XX, XY.

+ een tekening van de stappen van meiose.

Huiswerk: Test jezelf 1.5

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag
Maken opdracht
1
2
3
5
6
8

Slide 14 - Diapositive

Wat is het geslachtschromosoom in een eicel?
A
X
B
Y

Slide 15 - Quiz

Gewone celdeling heet ook wel:
A) mitose B)meiose
A
mitose
B
meiose

Slide 16 - Quiz

Er vindt celdeling plaats om zaadcellen te maken. Is dit mitose of meiose
A) Mitose B) meiose
A
Mitose
B
Meiose

Slide 17 - Quiz

Hoeveel paar chromosomen bevat een lichaamscel van een mens?
A
12
B
23
C
46
D
24

Slide 18 - Quiz

Wat is een ander woord voor Meiose?
Wat ontstaat bij Meiose?
A
Gewone celdeling, er ontstaan gewone cellen
B
Gewone celdeling, er ontstaan eicellen en zaadcellen
C
Reductiedeling, er ontstaan gewone cellen
D
Reductiedeling, er ontstaan eicellen en zaadcellen

Slide 19 - Quiz

Een jongen is XY. Dit X chromosoom komt van...
A
De moeder
B
De vader
C
Vader of moeder

Slide 20 - Quiz

Mitose komt voor
A
In het hele lichaam, behalve in te zaadbalen
B
In het hele lichaam
C
alleen in de eierstokken

Slide 21 - Quiz

Mitose en meiose zijn allebei celdeling
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Bij mitose ontstaan nieuwe lichaamscellen
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

Bij meiose ontstaan vier nieuwe lichaamscellen
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quiz

Mitose vindt plaats in de geslachtorganen
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

meiose vindt alleen plaats in de geslachtorganen
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

Wie heeft een zweepstaart: eicel of zaadcel?
Waar is deze voor nodig?
A
Zaadcel. Kan hij naar eicel zwemmen.
B
Zaadcel. Kan hij door zaadleider heen.
C
Eicel. Kan naar zaadcel zwemmen.
D
Eicel. Kan zo door eileider heen.

Slide 27 - Quiz

Wat is een ander woord voor meiose? En wat gebeurt er?

A
Gewone Celdeling - Chromosomen worden gehalveerd (geslachtscellen ontstaan)
B
Reductiedeling - Chromosomen worden gehalveerd (geslachtscellen ontstaan)
C
Gewone Celdeling - Chromosomen aantal blijft gelijk (lichaamscellen ontstaan)
D
Reductiedeling - Chromosomen aantal blijft gelijk (lichaamscellen ontstaan)

Slide 28 - Quiz

Meiose of Mitose?
Eicellen en zaadcellen ontstaan.
A
Meiose
B
Mitose

Slide 29 - Quiz

Meiose of Mitose?
Vindt overal in het lichaam plaats.
A
Meiose
B
Mitose

Slide 30 - Quiz

Meiose of Mitose?
Het aantal chromosomen wordt gehalveerd!
A
Meiose
B
Mitose

Slide 31 - Quiz

Het organisme hiernaast heeft 4 chromosomen in cellen van zijn maag. Welk proces zie je hiernaast getekend?
A
Meiose
B
Mitose

Slide 32 - Quiz

Planning les 3
Film meiose + uitleg
Maken test jezelf 1.6
Kahoot mitose meiose
Examenopgaven 3 t/m 11



Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo