Zinnen maken - verleden tijd

• NT2
• MBO
• Studiejaar 2

Wat vond je als kind leuk om te doen?

Verleden tijd

                                                                                   wonen

1. Maak de ik-vorm   -------------------      ik woon

2. te(n) of de(n)? Softketchup laatste 

letter ik-vorm    ------------------------      n -> de(n)

Ik gebruik te/de voor enkelvoud en ten/den voor meervoud

4 ik-vorm+te(n)/de(n)     ---------------     woonde(n)

                Ik woonde in Hardenberg. Wij woonden in Ommen.

Onregelmatig

Krijgt een eigen vorm. 

Doen - deed/deden, 

Schrijven - schreef/schreven, 

Kopen - kocht/kochten, 

Lopen - liep/liepen

Hoe laat was je gisteren op school?

Waarom ging je naar de winkel?

Maak een zin met pakken.
Antwoord in de verleden tijd

Maak een zin met reizen
Antwoord in de verleden tijd

Wat is er gebeurd?

Wat is er gebeurd?

Wat heb je gedaan?

Wat 

heb je gedaan?

Volgende les

Woensdag is er les op school: B2.25, 12:45 - 15:15

We gaan beginnen met KNM -> boek meenemen

Maandag is nog steeds online.

Maandag gaan we oefenen met de, het en een.