1KLT week 46

1KLT week 46
1. Ophalen behandelde stof 
2. Oefenen in 1.9, opgave 4 en 5 
3. Bespreken oefeningen 
4. Reflectie en afsluiting 

Lesdoelen
-amāre, monēre en audīre vervoegen in de infinitief en indicatief praesens.
-de vervoegde vormen van werkwoorden splitsen, determineren, vertalen en het model ervan bepalen
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1KLT week 46
1. Ophalen behandelde stof 
2. Oefenen in 1.9, opgave 4 en 5 
3. Bespreken oefeningen 
4. Reflectie en afsluiting 

Lesdoelen
-amāre, monēre en audīre vervoegen in de infinitief en indicatief praesens.
-de vervoegde vormen van werkwoorden splitsen, determineren, vertalen en het model ervan bepalen

Slide 1 - Diapositive

1. Drie soorten stammen 
a-stam           bijv. ama-re, voca-re

ē-stam           bijv. monē-re, timē-re 

i-stam           bijv. audi-re, vinci-re

NB: infinitief eindigt dus op -re (=het hele werkwoord!)


Slide 2 - Diapositive

De persoonsvorm= stam+uitgang
  • 1e ev        ama-o= amo 
  • 2e ev                         ama-s
  • 3e ev                         ama-t
  • 1e mv                        ama-mus
  • 2e mv                        ama-tis
  • 3e mv                        ama-nt

Slide 3 - Diapositive

Dus splits en vertaal: 
narra-tis, a-stam, jullie vertellen


veni-u-nt, i-stam, zij komen


mone-mus, e-stam, wij waarschuwen 

Slide 4 - Diapositive

2/3: Oefeningen 4 en 5 in paragraaf 1.9 
Lesdoelen:
-amāre, monēre en audīre vervoegen in de infinitief en indicatief praesens.
-de vervoegde vormen van werkwoorden splitsen, determineren, vertalen en het model ervan bepalen

Slide 5 - Diapositive

4. Reflectie en afsluiting 
Lesdoelen:
-amāre, monēre en audīre vervoegen in de infinitief en indicatief praesens.
-de vervoegde vormen van werkwoorden splitsen, determineren, vertalen en het model ervan bepalen

Slide 6 - Diapositive

Dinsdag 14 november 
Eerst: werkboekcontrole 
1. Huiswerk bespreken 
2. Individueel: werken en gelegenheid om vragen te stellen (p.284-5)
3. Stof toets Grieks 
4. Alfabet opzeggen

Lesdoel: je kunt Griekse letters en woorden herkenbaar opschrijven. 

Slide 7 - Diapositive

Woensdag 15 november 
1. Individueel verder werken aan alfabet-oefeningen 
2. Uitspraak oefenen 
3. Alfabet opzeggen 
4. Reflectie en afsluiting 


Slide 8 - Diapositive

Lesdoelen (ook voor toets)
- Hoofdletters zelf herkenbaar kunnen schrijven en kunnen herkennen

- Kleine letters zelf herkenbaar kunnen schrijven en kunnen herkennen
- Van Griekse woorden de uitspraak correct kunnen noteren (denk hierbij ook aan de γγ,γχ,γξ,γκ-combinaties)
- De namen van de Griekse letters kunnen opschrijven
- De namen van de Griekse spiritussen en accenten kunnen opschrijven
- De iota subscriptum kunnen herkennen en schrijven






Slide 9 - Diapositive

1. Individueel oefenen 
1. Overschrijven: p. 284, 285, 288, 289 

2. Zet de woorden om in hoofdletters: oefening 2 p. 284 

3. Schrijf de uitspraak op: oefening 2, p. 285 

4. Schrijf de spelling op (welke letters): oefening 2, p. 282 

Slide 10 - Diapositive

2. Bespreken 
Uitspraak 

Slide 11 - Diapositive

3. Alfabet opzeggen 

Slide 12 - Diapositive

Reflectie op leerdoelen
- Hoofdletters zelf herkenbaar kunnen schrijven en kunnen herkennen
- Kleine letters zelf herkenbaar kunnen schrijven en kunnen herkennen
- Van Griekse woorden de uitspraak correct kunnen noteren (denk hierbij ook aan de γγ,γχ,γξ,γκ-combinaties)
- De namen van de Griekse letters kunnen opschrijven
- De namen van de Griekse spiritussen en accenten kunnen opschrijven
- De iota subscriptum kunnen herkennen en schrijven

Slide 13 - Diapositive