Lost Frequencies ft. Calum Scott

Lost Frequencies ft. Calum Scott
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Lost Frequencies ft. Calum Scott

Slide 1 - Diapositive

What is the name of the song by Lost Frequencies and Calum Scott?
A
Modern Highway
B
Where Are You Now
C
Old Town Road
D
Kaboo Daboo

Slide 2 - Quiz

Wat is het Engelse woord voor 'nieuwsgierig'?
A
curious
B
famous
C
blowing up
D
finding a way

Slide 3 - Quiz

Wat betekent: 'Can we meet?'

Slide 4 - Question ouverte

Wat is 'bovenste verdieping' in het Engels?
A
upper verdiping
B
ground floor
C
top floor
D
sky high

Slide 5 - Quiz

Zet de goede vertaling erbij
Making money
Famous
Forget
Foot
Blowing up
Geld verdienen
Beroemd
vergeten
voet
opblazen

Slide 6 - Question de remorquage

Wat is het Engelse woord voor hart?

Slide 7 - Question ouverte

Welk woord hoort er niet bij?
Up
Right
Down
Left
something

Slide 8 - Sondage

Wat betekent 'in the evening'?
A
tijdens kerst
B
's middags
C
's ochtends
D
's avonds

Slide 9 - Quiz

Match het goede plaatje bij het woord
Make money
Head

Brand new
Road
Staying up

Slide 10 - Question de remorquage

Hoe zeg je in het Engels: Hij is bij de bibliotheek.
A
He is at the library.
B
He is at the cinema.
C
He is at the nowhere gowhere.
D
He is in the playground.

Slide 11 - Quiz

Hoe zeg je in het Engels 'links en rechts'?

Slide 12 - Question ouverte

Welke woorden gebruik je om 'voor en na' in het Engels te zeggen?
A
up and after
B
forest and after
C
before and after
D
up and after

Slide 13 - Quiz

Vertaal de zin naar het Engels:
Laten we na school afspreken.

Slide 14 - Question ouverte

Vul het ontbrekende woord in:
Kevin ..... at the swimming pool.
A
are
B
will
C
am
D
is

Slide 15 - Quiz

Vertaal de volgende zin:
I'm at home.

Slide 16 - Question ouverte

Vul het ontbrekende woord in:
You ..... in the city centre.
A
is
B
am
C
are
D
be

Slide 17 - Quiz

Wat betekent het Engelse woord 'entrance'.
A
ingang
B
trance
C
deur
D
hoed

Slide 18 - Quiz

Sleep de componenten op de plaats
Move your hands like you're driving. 

Move your hand down in front of your face. 
Wipe one hand over your other hand.

Beweeg je handen naar beneden voor je gezicht.
Beweeg je handen alsof je aan het rijden bent. 
Veeg een hand over je andere hand.

Slide 19 - Question de remorquage

Wat past het beste bij deze appels?
A
one
B
few
C
a lot of
D
pears

Slide 20 - Quiz

Wat betekent 'forget something'?
A
iets forceren
B
iets vergeten
C
soms verkrijgen
D
altijd klaarstaan

Slide 21 - Quiz

Kijk goed naar de zin en onthoud deze:
 

When shall we meet?

Slide 22 - Diapositive

Schrijf de zin van net op. (In het NL is het: Wanneer zullen we afspreken?)

Slide 23 - Question ouverte

Wat betekent 'distance'?
A
handstand
B
afstand
C
meel
D
bijvoorbeeld

Slide 24 - Quiz

Vul het ontbrekende woord in:
My father and I ..... at the park.
A
are
B
am
C
is
D
be

Slide 25 - Quiz

Schrijf zoveel mogelijk
woorden van de les op.

Slide 26 - Carte mentale