2.2 De Griekse stadstaten en hun koloniën

1 / 14
suivant
Slide 1: Vidéo
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Leerdoelen: 
  • Ik kan uitleggen wat de Griekse stadstaten zijn.
  • Ik kan uitleggen waarom de Grieken kolonies stichtten.


Slide 2 - Diapositive

Ontstaan van de polis=> door bergachtige landschap Griekenland geen 1 staat, maar losse stadstaten.
  • Rond 850 v. Chr. ontstaan steden die elk een zelfstandige staat is met omliggende landbouwgebieden=> stadstaten met eigen regels, bestuur, rechtspraak en munten.
  • De adel had de macht, burgers hadden wel inspraak.
  • Veel inwoners stadstaten zijn boer.
  • Vanaf 800 v. Chr. sterke groei bevolking
  • gevolg: hongersnood.
  • oplossing: kolonisatie.

Akropolis= hoge berg. Vaak een plaats waar burgers zich terug konden trekken bij gevaar.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Kolonies: Griekse stadstaten gesticht buiten Griekenland voor landbouwproducten naar moedersteden.
  • Tussen 750-550 v. Chr. netwerk van Griekse kolonies rond Middellandse Zee => als kikkers rond een waterpoel (plato) en aan de kusten van de Zwarte Zee.
  • Griekse kolonies als moderne steden: Marseille-Massalia, Napels-Neapolis, Syracuse.
  • De kolonies hielden contact met moedersteden, werden rijk en machtig van al het graan dat zij verhandelden met de moedersteden in Griekenland.

Slide 5 - Diapositive

  • Kolonisatie minder nodig en moeilijker door: 
  1. de kolonies leverden heel veel graan.
  2. Vanaf 550 v. Chr. kwamen de rijken van Carthago, Etrusken en Perzië op als concurrenten van de Grieken.

Slide 6 - Diapositive

Politiek verdeeld, cultureel verenigd.
  • Griekse burgers en polis waren trots op zelfstandigheid, overheersing van vreemde vorsten of andere polis was voor hen het ergste wat kon gebeuren. 
  • Gevolg: veel oorlogen tussen de stadstaten=> politieke verdeeldheid.
  • Culturele eenheid=> alle Grieken hebben dezelfde cultuur. Spraken dezelfde taal, hadden dezelfde mythen, goden. Deden mee aan allerlei spelen zoals de Olympische Spelen. 

Slide 7 - Diapositive

  • Handel zorgde voor de culturele eenheid=> Grieken handelden over de hele Middellandse Zee en wisselden zo contacten en culturele ervaringen uit met verschillende volken. 
  • Grieken leerden van de Feniciërs het alfabet, van de Lydiërs het gebruik van munten. 

Slide 8 - Diapositive

Vaardigheid oorzaken en gevolgen
  • Om de geschiedenis goed te kunnen begrijpen, willen we weten waardoor dingen gebeurd of veranderd zijn en wat de gebeurtenissen met elkaar te maken hebben. Dit noemen we verklaren. 
  • Oorzaak:  geeft aan waarom of waardoor iets gebeurt. 
  • Gevolg: wat er gebeurt nadat de gebeurtenis (oorzaak) heeft plaatsgevonden. 



Slide 9 - Diapositive

Wat bedoelen we met een polis of een stadstaat?
A
Een staat met veel landbouwgebieden.
B
Een stad met omliggend landbouwgebied.
C
Een stad die een staat vormt met omliggend landbouw gebied.
D
Een gebied met vaste grenzen en een vast bestuur.

Slide 10 - Quiz

De reden waarom Griekenland niet 1 staat was maar bestond uit losse stadstaten was?
A
Het was vlak en vruchtbaar.
B
Het was bergachtig en niet zo geschikt voor landbouw.

Slide 11 - Quiz

Waarom hadden de Grieken toch een culturele eenheid?
A
Spraken dezelfde taal, hadden dezelfde goden en mythen, deden mee aan dezelfde spelen.
B
Spraken dezelfde taal, hadden elk hun eigen spelen, hadden elk hun eigen goden en mythen

Slide 12 - Quiz

Wat namen de Grieken over van verschillende volken waar ze handel mee dreven?
A
Hoe je goed oorlog moest voeren.
B
Het alfabet.
C
Hoe je moest schrijven.
D
Hoe je goed kon handelen.

Slide 13 - Quiz

Leg uit welk begrip bij deze afbeelding past en waarom deze nodig waren.

Slide 14 - Question ouverte