Thema 3 Bloedsomloop Alcohol

Alcohol
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Alcohol

Slide 1 - Diapositive

Doelstelling en Huiswerk

Doelstelling 12:
- Je kunt de gevolgen van Alcohol op korte termijn en op lange termijn noemen.

Slide 2 - Diapositive

Hartinfarct
Slagaderverkalking
Herseninfarct
Te hoge bloeddruk
Sleep de afbeeldingen naar de juiste hart-en vaatziekte

Slide 3 - Question de remorquage

Welk gevolg heeft slagaderverkalking voor de bloeddruk?
A
De bloeddruk zal dalen, omdat het bloed gemakkelijk door de slagaders kan stromen.
B
De bloeddruk zal stijgen, omdat het bloed gemakkelijk door de slagaders kan stromen.
C
De bloeddruk zal dalen, omdat het bloed moeilijker door de slagaders kan stromen.
D
De bloeddruk zal stijgen, omdat het bloed moeilijker door de slagaders kan stromen.

Slide 4 - Quiz

Na het ontbijt meet Steven zijn bloeddruk. Daarna gaat hij een uur hardlopen. Na het hardlopen meet hij zijn bloeddruk opnieuw. Is de bloeddruk na het ontbijt hoger/lager dan direct na het hardlopen?
A
Hoger
B
Lager

Slide 5 - Quiz

Waardoor kan een hartinfarct worden veroorzaakt?
A
Door het optreden van slagaderverkalking in een longslagader.
B
Door het optreden van slagaderverkalking in een kransslagader.
C
Door het optreden van slagaderverkalking in de halsslagader.
D
Door het optreden van slagaderverkalking in de leverslagader.

Slide 6 - Quiz

Wat weet je over Alcohol?

Slide 7 - Carte mentale

Slide 8 - Vidéo

3

Slide 9 - Vidéo

00:33
Zet de alcoholglazen hoog naar laag. Waar zit volgens jou het meeste alcohol in? Links is weinig, Rechts is veel.

Slide 10 - Question de remorquage

01:41
Waarom zouden jongeren sneller 'out' gaan dan volwassenen?

Slide 11 - Question ouverte

02:19
In het filmpje hoorde je dat alcohol het lichaam uitdroogt. Nu je dat weet: Op welk orgaan wat onze vochtbalans regelt, heeft alcohol dan het meeste invloed?
A
De hersenen
B
De lever
C
De Longen
D
De Nieren

Slide 12 - Quiz

Alcohol
Alcohol is een kleur- smaak- en geurloze stof.
Dranken bestaan uit: Alcohol%, Water en smaakstoffen.

Alcohol heeft een verdovende werking. Prikkels zoals pijn horen, voelen en zien, worden vertraagd doorgegeven. 

Wordt heel snel in het bloed opgenomen via maag- darmkanaal. En door de lever langzaam afgebroken.

Slide 13 - Diapositive

Effecten korte termijn
2-5 glazen (volwassenen)
- Verdoofd gevoel, 
- Minder remmingen, meer drinken, agressie, onveilige seks / deelname aan het verkeer.
- Overmondigheid
Nog meer drinken? (5-12 glazen)
De kans om een alcoholvergiftiging te krijgen neemt toe. 
- Overgeven
- Geen controle over je spieren meer
- Broek plassen
- Moeite met ademhalen
- Coma/overlijden

Slide 14 - Diapositive

Verschil mannen en vrouwen

Slide 15 - Diapositive

De Kater en uitdrogen
(vaak 's Ochtens)
 -nieren meer water gaan uitscheiden. 
- Veel plassen.  
- Volgende ochtend vaak hoofdpijn

Alcohol tast het maagslijmvlies aan.
Misselijkheid en braken.

Drink niet te veel alcohol. Blijf water drinken, zeker in de zomer!

Slide 16 - Diapositive

Effecten lange termijn
Alcohol is verslavend
  • Jongeren zijn extra gevoelig voor alcohol(verslaving)
  • Alcohol verstoort de ontwikkeling van het brein. (24e levensjaar)

Effecten op de lange termijn:
- Alcohol verstoort hormoonbalans.
- Lever, hart, hersenen en nieren beschadigen.
- Geheugen prestaties op school gaan achteruit.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Waarom moeten mensen zo vaak naar de wc als ze alcohol drinken?
A
Ze krijgen door het drinken veel meer vocht binnen dan normaal en daarom moeten ze vaker plassen.
B
Alcohol onderdrukt de productie van een hormoon dat er normaal voor zorgt dat je nieren water uit je plas terughalen voordat het je lichaam verlaat.
C
Alcohol bevat bacteriën die je blaas irriteren als je het hebt genuttigd.

Slide 19 - Quiz

Bekijk de afbeelding.
In welk standaardglas zit
de meeste alcohol?
A
In het wijn-glas.
B
In het bier-glas.
C
In het wiskey-glas.
D
In ieder standaardglas zit evenveel alcohol.

Slide 20 - Quiz

Tot welke leeftijd ontwikkeld je brein en zul je daarom beter extra voorzichtig zijn met alcohol?
A
16
B
18
C
24
D
28

Slide 21 - Quiz

Doelstelling en Huiswerk

Doelstelling 12:
- Je kunt de gevolgen van Alcohol op korte termijn en op lange termijn.

Slide 22 - Diapositive