1ha - chapitre 6 - 'aller'

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Stof voor de toetsweek

Chap6 Vocabulaire A / B / E / F

           Phrases C / G

           Grammaire D (vraagwoorden)

           Grammaire H (aller/futur proche)

Herhaling

Het bijvoeglijk naamwoord (155)   (bleu- / bleue ..)

Het bezittelijk voornaamwoord        (mon,ma,mes..)

Voltooid deelwoord (43)                 (j'ai parlé...)

Être (158) / Avoir (158)

Werkwoorden op -er                      (je parle)

Français en classe (Frans in de les)

• Tu es en quelle classe?
• Tu aimes la viande / les légumes / le fromage ?

• Quelle heure est-il ?
  

• Tu as quelles matières le lundi?
  
• Quelle est ta matière préférée ?
  
• Qui est ton prof de biologie / maths ?

• Tu as passé un bon weekend?
  
• C'est quand ton anniversaire?
  

Wat is het verschil tussen een 'regelmatig' en 'onregelmatig' werkwoord?

Parler

1. regelmatig
2. onregelmatig

je / j'               regarde

tu                    regardes

il/elle/on          regarde

nous                regardons

vous                regardez

ils/elles            regardent  

regarder > regard  = stam

Bavarder

1. regelmatig
2. onregelmatig

Avoir

1. regelmatig
2. onregelmatig

Être

1. regelmatig
2. onregelmatig

Exercice: La carte mentale

• Maak 'une carte mentale' over regelmatige en onregelmatige werkwoorden.
  
• Laat voorbeelden van de présent en de passé composé zien.
  

Klaar?

• Quizlet > werkwoord 'aller'
  

Prends une photo de ta carte mentale.

Willy William - Ego

In welk land wordt het woord 'aller' nog meer in de spreektaal gebruikt?

1. Nederland
2. België
3. Duitsland
4. Engeland

Zelfstandig werken

Ex. 29d/e

Meer uitleg nodig over het werkwoord 'aller'? Blijf even hangen!