1ha - regarder une série

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Stof voor de toetsweek
Chap6 Vocabulaire A / B / E / F
           Phrases C / G
           Grammaire D (vraagwoorden)
           Grammaire H (aller/futur proche)

Herhaling
Het bijvoeglijk naamwoord (155)   (bleu- / bleue ..)
Het bezittelijk voornaamwoord        (mon,ma,mes..)
Voltooid deelwoord (43)                 (j'ai parlé...)
Être (158) / Avoir (158)
Werkwoorden op -er                      (je parle)

timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Stof voor de toetsweek

Chap6   Vocabulaire ABEF
             Phrases CG
             Grammaire D (vraagwoord quel)
             Grammaire H (werkwoord prendre)


Herhaling
Werkwoorden -op er (présent & passé composé)
Onregelmatige werkwoorden avoir, être, faire en aller

timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Qu'est-ce que tu veux regarder ?
Lupin (s1)
Lupin (s2)
Dix pour cent (nieuwe serie)

Slide 4 - Sondage

Tu as passé un bon weekend ?

(Gebruik de passé composé)

Slide 5 - Question ouverte

Qu'est-ce que tu vas faire ce weekend ?

(Gebruik de 'futur proche')

Slide 6 - Question ouverte

je vais danser
A
ik ga dansen
B
ik heb gedanst
C
ik dans
D
jij gaat dansen

Slide 7 - Quiz

on a dansé
A
wij hebben gedanst
B
jullie hebben gedanst
C
wij dansen
D
zij dansen

Slide 8 - Quiz

ils ont joué
A
wij hebben gespeeld
B
jullie hebben gespeeld
C
zij gaan spelen
D
zij hebben gespeeld

Slide 9 - Quiz

elle va parler
A
zij gaan praten
B
zij heeft gepraat
C
zij gaat praten
D
hij gaat praten

Slide 10 - Quiz

1 Le chien a les yeux (blauw) __________________.

A
bleu
B
bleus
C
bleue
D
bleues

Slide 11 - Quiz

2 La fille est (mooi) __________________.
A
beau
B
belle
C
beaux
D
belles

Slide 12 - Quiz

3 Mon prof de biologie est (gemeen) ________________.
A
méchant
B
méchante
C
méchants
D
méchantes

Slide 13 - Quiz

4* Mes amies, Lara et Isabella sont (klein) ___________________.
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites

Slide 14 - Quiz

1 Excusez-moi madame, vous _______________ votre portable ?
A
ont
B
a
C
avez
D
êtes

Slide 15 - Quiz

2 Eh, oui ! Il _______________ dans mon sac à dos, pourquoi ?
A
a
B
ai
C
es
D
est

Slide 16 - Quiz

3 J’ _______________ besoin de Google Maps, je cherche le métro
A
a
B
ai
C
es
D
est

Slide 17 - Quiz